Let’s go to the mall

Vanavond is het open huis bij ons op school en ik race nog even langs de Albert Heijn voor een sandwich. Tjonge, wat is een Albert Heijn XL dan groot als je nog even snel iets zoekt. Uiteindelijk pluk ik een sandwich met gerookte kip uit de schappen en reken ik af. Tegelijkertijd reken ik de resterende tijd uit: over 15 minuten komen de eerste hulpleerlingen. Ik besluit om op een bankje in het winkelcentrum te gaan zitten. “Misschien zie ik nog wel iets voor de blog.” Niet veel later dient de anekdote zich al aan. Een vrouw komt met twee grote tassen de Albert Heijn uitlopen en plant de tassen naast me neer op de bank. Ik vind het niet erg, maar ik vraag me wel af waarom ze precies mijn bankje heeft gekozen, terwijl er nog vier lege bankjes staan. Omdat ik niet onbeleefd wil zijn, glimlach ik naar haar. De vrouw heeft echter helemaal niet in de gaten dat ik haar aankijk, ze staart gewoon een beetje voor zich uit. Vreemd. Ik neem weer een hap van mijn sandwich en ik verdiep me even in mijn telefoon. Heb ik nog berichtjes gemist?

(…) Bekijk bericht

Telefoonlol

In het ziekenhuis zit een oud dametje te bellen met (vermoedelijk) een vriendin. “Och kind, het is me hier toch keurig. Vééls te keurig.” Mijn blogoren en ik lopen haar bijna voorbij, dus ik hoop dat ze me gauw wat meer informatie geeft. De vrouw lacht, doet een paar “hmm-hmm”-tjes en zegt: “ja meid, nou ik moet hier dus alsmaar aan mijn rug denken. Veel te keurig, ik vind d’r niks an.”

Boing

Met nog twee minuten voordat mijn trein gaat, stroomt de metro met een noodgang leeg. Onbewust wurm ik me tegelijkertijd met een vrouw door de opening van de deur. Wankelend komen we op het perron terecht en we balanceren half leunend tegen elkaar tussen de mensenmassa. Het is vast géén gezicht. Glimlachend kijk ik haar aan en zeg: “zo, dat is nog eens een potje evenwicht zoeken hè?!” De vrouw lacht en antwoordt: “nou hè! Gelukkig is jouw jas lekker zacht.”

Zóóó veel leuker dan al dat chagrijnige gesnauw om ons heen!

Gokspelletje

(2011) Verward staar ik naar de twee haast identieke, opgeblazen Japanse gezichten. Verdorie, ik zie het verschil niet zo goed. Dit kon wel eens heel awkward gaan worden!

Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht wanneer ik terugdenk aan deze herinnering. Tegenwoordig duw ik met mijn ogen dicht de juiste toiletdeur in het sushirestaurant open.

Mirror on the wall

Ik ben mijn handen aan het wassen in de riante toiletruimte van het Van der Valk restaurant. De inrichting is er altijd luxueus en het ruikt er heerlijk. Subtiel open ik mijn mond om te kijken of er een stukje basilicum tussen mijn tanden is blijven steken.

Op dat moment komt er een ouder dametje naast me staan en wast giechelend haar handen. Ik kijk vriendelijk opzij en ik zie dat haar stokoude moeder (niet te missen!) aan komt waggelen en naast haar komt staan. Samen bekijken ze de sjieke kraan en zoeken ze de sensor voor het water.

Mijn handen zijn droog en ik loop richting de grote spiegel, mijn laatste halte voordat ik het restaurant weer inga. Ik check of ik mijn shirt netjes in mijn broek hebt gestopt en of mijn haar nog een beetje gezellig zit. Dit allemaal op een subtiele manier: het blijft toch altijd een beetje awkward om jezelf helemaal op te doffen in een openbaar toilet.

Op dat moment komt de eerste vrouw naast me staan. “Heerlijk hè meis, kijken of alles er nog goed bij staat en hangt.” Ze begint flink aan haar rok te sjorren en met haar haren te schudden. “Doe mij ook zo’n spiegel thuis!” Haar moeder komt er ook weer aan en ik geef ze glimlachend de ruimte.