Blunder of the year, zoooo dom hahaha

De oplettende volger heeft mijn aankondiging via Twitter zondag misschien al gezien:

“O neeeeee, wat dom!!!!” *Belt zus op om dit nieuws te vertellen* #wordtvervolgd #blogvandinsdag #keihardbalen #stiekemwelgrappig (Laura)

In de hashtag zie ik staan dat ik het stiekem wel grappig vond. Op zich vind ik dat nog steeds wel, maar het blijft toch ietwat pijnlijk om over te schrijven… 😉

(…)

Afgelopen week hebben wij een slimme meter laten installeren in onze meterkast. Met een slimme meter kun je de gas- en elektriciteitsstanden op een afstand laten uitlezen, heel handig! Binnen een aantal jaar krijgt iedereen volgens mij zo’n ding, maar dat terzijde.

In onze meterkast hebben wij allemaal schoenenplanken, deze moeten er voor de installatie uit. Mijn vriend heeft dit van tevoren keurig gedaan en heeft de schoenen zolang in de gang opgestapeld (hallo enorme berg schoenen).

Een paar dagen later is de berg nog altijd reusachtig en ik besluit om mijn schoenencollectie eens te gaan sorteren. Om mezelf te motiveren, leg ik er een vuilniszak bij. Met mezelf spreek ik af dat ik de schoenen die ik al lang niet meer heb gedragen, in deze vuilniszak moet doen en deze naar de textielcontainer moet brengen.

Het eerste paar dat in de zak verdwijnt doet een beetje pijn, maar eerlijk is eerlijk: ik draag ze nooit meer en ik kan er misschien iemand anders nog gelukkig mee maken. Op een gegeven moment heb ik de smaak te pakken en de zak wordt voller en voller. Ik geef mezelf een schouderklopje: goed bezig!

Dan kom ik bij mijn zwarte laarsjes. Ik heb twee paar en Ă©Ă©n paar draag ik niet meer, omdat de hak eruit is. Ik kan er in feite nog wel op lopen, maar met een holle hak loopt het toch niet zo comfortabel. Hup, weg ermee!

Na zo’n zes paar schoenen is de zak vol en ik ga er direct mee naar de textielcontainer. Opgeruimd staat netjes! Meteen gooi ik ook ons glaswerk, oud papier en plastic weg. Lekker burgerlijk bezig, top!

Die avond ga ik met mijn vrienden naar een feestje en ik verheug me al om mijn opgeruimde schoenencollectie weer te zien en een paar schoenen uit te kiezen. Ik besluit om voor mijn zwarte laarsjes te gaan: de rest van mijn outfit is vrij druk, dus het is wel mooi om donkere schoenen te dragen.

Ik trek het ene laarsje aan en pak vervolgens mijn andere. Terwijl ik hem aantrek, begint me iets te dagen. Hoezo heeft deze een rits…? Mijn laarsjes hebben toch ge… O. O mijn God. O nee. Nee. NEEEEEEE. “NEEEEEEEEE!” roep ik nu ook hardop. Mijn vriend kijkt me vragend aan. “Wat is er??” Ik staar verdoofd voor me uit. “Weet je nog dat ik vanmiddag mijn schoenencollectie heb opgeruimd?” Mijn vriend begint te lachen: “wat heb je nu weer gedaan? HAHA!” Sip kijk ik naar mijn schoenen. “Ik heb per ongeluk van allebei de paren 1 zwart laarsje weggegooid.”

Ik moet er nu weer keihard om lachen, hahahahahahah. Enerzijds baal ik wel: met mijn maat 42 is het soms best wel lastig om mooie, subtiele kleinogende schoenen te vinden (vaak sta ik met het formaat ‘kano’ in mijn hand), maar aan de andere kant vind ik het ook wel weer geniaal. Hoezo heb ik in godesnaam niet goed gekeken welke laarsjes er bij elkaar hoorden?

In ieder geval heb ik nu weer een mooi excuus om nieuwe schoenen te kopen, hihi.

 

Eh.. Laura? Dat is niet de goeie..

Het is vrijdagochtend en ik ben net op stal aangekomen. Het regent dat het giet, maar ik vind het niet zo erg: mijn weekend begint met een heerlijk ochtendje paardrijden. Op een blaadje staat altijd aangegeven op wie je gaat rijden die dag. Ik mag op Sproet, een favoriet!

Normaalgesproken staat Sproet achterin op de weilanden, maar ik krijg nu te horen: “hij staat lekker dichtbij, linksaf en dan in de eerste paddock!” Dat scheelt met de regen! “Hij staat daar samen met Trix in de wei.” Ik weet dat Trix een kleine pony met vlekken is, maar verder ben ik heel slecht met pony’s van elkaar onderscheiden. Sproet is een prachtig, groot wit paard (met sproeten), dus dat is niet te missen!

Ondertussen regent het nog altijd keihard en ik begin mijn route naar het weiland. Waar ik normaalgesproken rechtdoor zou lopen richting Sproet, sla ik nu linksaf en loop ik naar het weiland. In de verte zie ik een wit paard staan, samen met een zwart-wit gevlekte pony. Dat zal Trix wel zijn. Ik loop verder en even later ben ik bij Sproet. Ik doe het halster om en ik kijk even naar hem: ik voel dat er iets niet helemaal klopt, maar dat zet zich in mijn hoofd niet door. Dat het halster best groot om zijn hoofd valt en dat dit paardje een stuk kleiner is, registreer ik op de een of andere manier niet. (Het is nog ochtend, het regent keihard en ik kan soms echt een ontzettende drol zijn).

Met ‘Sproet’ loop ik weer terug naar de stal, een tochtje van zo’n vijf minuten in de stromende regen. “Deur vrij!” Drijfnat lopen we naar binnen. Zo’n vier verbaasde gezichten staren mij aan. “Laura, waarom heb je… hoezo heb je.. dat is Barcelona!” Ik schiet direct in een ongemakkelijke lach. “O echt? Ja. Shit. Zie je wel, ik wist dat deze dag een keer zou komen.” Awkward. Lekker dom. “Jongens, dit is dus de reden waarom ik een blog heb, hĂš! Dit soort dingen gebeuren mij helaas.” Gelukkig kan ik er zelf ook hard om lachen, maar gĂȘnant is het wel.

Even later loop ik naar de goeie Sproet en zie ik dat Trix inderdaad vlekken heeft. Bruine vlekken. Oepsie. Het halster van Sproet past als gegoten en ik snap ook echt niet hoe ik nou zo knullig kon zijn. Ik heb denk ik last van een milde vorm van het bekende “verkeerde interpretatie van instructie”-autisme.

Bekijk bericht

OVail

Mijn zus en ik zijn allebei net klaar met werken en we meeten elkaar op Zaandam, waar mijn zus met de auto op me staat te wachten. Vanavond gaan we gezellig bij een vriendin in Amsterdam eten. Omdat we geen zin hebben om door de binnenstad te rijden en twintig euro per minuut te betalen, besluiten we om de auto op de P+R van Sloterdijk te parkeren. Nadat we de parkeermeter betaald hebben, lopen we het perron op en stappen de dichtstbijzijnde trein naar Amsterdam Centraal in.

Daar aangekomen lopen we richting de metro: om bij onze vriendin te komen moeten we een paar haltes reizen. “Jij weet waar we moeten uitstappen, hù?” vraagt mijn zus. We stappen de metro in en we kijken op het bord. “Ja, bij die halte moeten we er straks uit!” Ondertussen pak ik mijn telefoon en stuur ik een berichtje naar onze vriendin dat we in de metro zitten en dat ze ons zo kan verwachten.

Wanneer we even later bij de halte aangekomen zijn, stappen we uit en komen we op het perron. “Wacht eens even
 dit is niet de goede halte! Normaal moeten we links uitstappen, niet rechts! We moeten de volgende halte hebben!” We kijken elkaar aan en draaien ons om om weer in te stappen. Op dat moment gaan de deuren echter net dicht, waardoor wij heel knullig proberen onze arm door de deuropening te wurmen. Tevergeefs. Awkward. De metro rijdt weg en een beetje beteuterd kijken we hem na.

Bekijk bericht

Afstudeerleven

Die arme mevrouw Milman. Zet ik haar als ‘Bilman’ in mijn document.

Blisters in Bali

“Hardys? Yes, that’s a 3 km walk through the main street and then on your left!” We zijn op verkenningstocht naar de grote supermarkt in Sanur. Het is fijn dat de mensen hier zo goed Engels spreken: mijn Indonesisch is nog net wat te basic om al ‘ja’ en ‘nee’ te kunnen zeggen. We kijken onze ogen uit: wat is het hier leuk! Winkeltje na winkeltje lopen we voorbij, badend in de hitte. Vriendelijke verkopers proberen ons allemaal naar binnen te lokken om souvenirs te kopen, maar wij bedanken hen net zo vriendelijk en lopen puffend door. Bekijk bericht