Nakijken is een feestje! (#3)

(In het Frans): Maak een zin met de volgende woorden: leerling – computer – trofee – kopen – wedstrijd – populair – winkel – glas – Spaans – melk – winnen. Zorg ervoor dat het voor de docent duidelijk is dat jij de betekenis van het woord snapt. 

 

Ik koop de jurk en de winkel. Welja joh.

De meisje verstopt de winkel.  

De computer doet de trofee af.

De kopen is melk.

Het glas is een winnen.

Ik lezen de winkel.

Spaans is erg groot.

Ik trofee de winkel.

De computer is erg aardig.

 

Uiteraard waren er ook vele goede zinnen! Elke leerling moest er 4 maken, dus daar kon ik deze schatten mooi tussenuit vissen 😉

Nakijken is een feestje! (#2)

In november schreef ik deel één van nakijken is een feestje, waar ik de creatieve Franse zinnen en verzinsels van mijn leerlingen met jullie deelde. Ook nu hebben ze weer een toets gemaakt waarbij ze zelf zinnen moesten maken met een aantal gegeven woorden. Ik heb de zinnen verzameld waar ik hardop om moest lachen, te leuk om niet te delen 😉 De onderstreepte woorden zijn de woorden waar ze een zin mee moesten maken.

 

Het kind respecteert de bij heel veel goed.

De piloot is vis en hij gevallen.

De vogel is het vliegtuig in de ochtend.

Ik betaal een vis omdat ik lounge.

Ik stom bij.

De ober serveert stomme vis.

De bij verdedigt zich ‘s nachts.

De piloot vliegt het vliegtuig met het zwem.

De bakker heeft twee croissants en een vis.

Ik respecteer de bij en de reis. 

De vis is tevreden.

De bakker en een reis.

De bij verdedigt zich tegen de bakker.

De piloot vliegt het vliegtuig met de vogel.

“De vis respecteert de vogel,” zegt Marie.

Het uur is middag en ik heb de reis opgegeten.

Een bij is geen piloot.

Ik respecteer geen vis.

 

Probeer dan maar je lach in te houden

Het is vrijdag 23 februari, de laatste lesdag vóór de voorjaarsvakantie. Slecht als ik ben heb ik in het allerlaatste uurtje van een klas een rekentoets gepland. Héérlijk. Niet per se een leuke afsluiting voor de leerlingen, maar voor mij zeer relaxt.

De rekentoets maken de leerlingen op de computer. “Als je klaar bent met de toets, ga je verder oefenen met hoofdstuk 11. Heb je een vraag, dan steek je je vinger op. Heel veel succes!” Na tien minuten steekt een leerling haar vinger op. Ik ben enigszins verbaasd, deze leerling vraagt namelijk nóóit wat. Ze is meer van het mopperen. “Ja?” vraag ik haar. “Het is toch ‘het’ figuur?” vraagt ze me bozig. Ze wijst naar haar scherm waar staat: “op de figuur kun je zien dat ……” Ik moet in mezelf lachen – niet per se een noodzakelijke vraag om te stellen tijdens de toets – en vertel haar dat het in deze context toch echt ‘de’ moet zijn. “Oké.” Ze gaat weer door.

Bekijk bericht

Dat overkomt me niet nog een keer!

Het is vrijdagmiddag en de bel na het 8e uur is zojuist gegaan. De leerlingen stormen naar buiten, voor hen begint het weekend! Zelf besluit ik nog even in het lokaal te blijven om een toets verder na te kijken. Hoef ik dat in het weekend lekker niet te doen.

Na een klein uurtje vertrek ook ik naar huis. De toets is inmiddels nagekeken en ik heb hem direct opgeborgen in de kast waar ik alle toetsen bewaar. Weekend!

(…)

Op zondagavond besluit ik om Magister, een programma waarmee cijfers worden ingevoerd, nog eens te openen. Maandag vóór 12.00 moeten de cijfers worden ingevoerd, zodat ze vervolgens op het rapport kunnen worden gezet. Mijn eerste klas is compleet, check! Ook de tweede klas is helemaal ingevoerd. Bij het openen van de derde klas gaat het mis. Alle cijfers zijn keurig netjes ingevuld, op één leerling na. De leerling die ziek was tijdens de toets. De leerling die de toets een paar dagen later heeft gemaakt. De toets die ik vervolgens tijdelijk in mijn kluisje had gelegd. De toets die daar nog steeds ligt te wachten op zijn cijfer. Nee toch. Met een sprankeltje hoop doorzoek ik mijn tas, maar helaas..

(…)

“Wat doe jij hier? Jij werkt toch helemaal niet op maandag?” Een collega groet me vrolijk. Ik mompel wat terug en loop snel naar mijn kluisje. Ik kijk de toets na: een 6.8. Gelukkig heeft deze jongen wél wat ingevuld (in tegenstelling tot twee klasgenoten van hem) en hoef ik geen 1.0 in te voeren. Hij moest eens weten hoe veel moeite ik heb gedaan voor dat cijfer. Van mij mogen de digitale toetsen heel snel komen, haha.

Bekijk bericht

Ondertussen bij de surveillance van een toets

“Mevrouw, mogen we het overschrijven?” Ik kijk de jongen verwonderd aan. “Eh, nou nee.” De hele klas kijkt op van hun blaadje. Dertig verwarde emoticons staren mij aan. “Dus we mogen níet op het blaadje schrijven?” O, dát vroeg hij! HAHA. Ik antwoord met een lachende emoticon dat ik hem verkeerd verstaan had en vertel de klas dat ze uiteraard op het blaadje mogen schrijven.