“Hè, wat staat daar nou?”

[Tijdens het vriendenweekendje begin april] Samen met mijn vriend zit ik op de tandem richting Elburg. Voor ons rijden onze vrienden, twee stelletjes die ook op tandems scheuren. We zijn nu denk ik zo’n veertig minuten onderweg en we hebben al heel wat mooie huizen, boerderijen en landschappen gezien.

Dan doemt er in de verte ineens een grote hal op. Met mijn ogen zoom ik in en ik lees voor: “De Speulhoeve.” Direct nadat ik het gezegd heb, proesten we het uit. We slingeren heen en weer van het lachen. “Zullen we buiten speulen?” Het klinkt zo lomp, zeker wanneer je het een beetje boers uitspreekt. Ik heb het echt even uitgebruld van het lachen. “Kijk, dat huis is geul.” Mijn vriend doet er nog een schepje bovenop: “Doe je mee met De Olympische Speulen?!”

Altijd leuk, die woordspeulingen 😉