In theorie zou álles er schoner van moeten worden

Mijn vriend en ik hebben een heerlijk burgerlijk huishouden waarin we de taken verdeeld hebben. Voor de nieuwsgierigen: mijn vriend doet de kattenbak, de wc en de badkamer en ik stofzuig (blijft een raar werkwoord om te vervoegen!), doe de was en het afval. Samen doen we dan nog de keuken en de rest van de klusjes.

De mensen die ons persoonlijk kennen, weten dat mijn vriend nu een tijdje in het buitenland zit. Inmiddels is hij alweer bijna terug, maar het was deze keer dus wel echt aan mij om de badkamer schoon te maken. Gewapend met een teiltje sop en een doekje ga ik naar boven. Ik poets de wasbak, het bad en begin daarna aan de wc.

Voordat ik begin met schoonmaken heb ik er nooit zin in, maar als ik eenmaal bezig ben, vind ik het echt een sport om alles zo schoon mogelijk te krijgen. De heerlijke geur helpt dan ook vaak een handje mee. Net als Dorinde zet ik altijd een lekker muziekje aan en op die manier heb ik er echt lol in. Neuriënd ben ik bezig: wat wordt het weer lekker schoon. Mijn vriend zal trots op me zijn!

(…)

$&*(@#!$F

Wáárom moet er altijd een ongelukje gebeuren? Moet het altijd zo dramatisch? Is dit een ongeschreven, of juist een geschreven regel? Hoort het erbij? Krijgen professionele schoonmakers hier standaard een vergoeding voor?

Sip staar ik naar mijn natte broek en mijn doorweekte sloffen. De lege teil ligt op zijn kop op de grond, de uitslover. Het doekje hangt er slap bij. De wc blinkt daarentegen als een berg zilvergeld, wat dus betekent dat ik al het vieze wc-water over mijn benen en sloffen heb gegooid. Uhhhl. Godzijdank moet ik nog douchen.

Ben je al bijna thuis, schat?

Had ik nou maar even opgeruimd

Afgelopen weekend had ik me voorgenomen om mijn auto helemaal schoon te maken. Lekker soppen bij de wasstraat en even flink met de stofzuiger erdoorheen. Toch kwam het er op de een of andere manier niet van. Ik heb anders nooit last van uitstelgedrag… ;-).

Op woensdag wordt het wat later dan gemiddeld op mijn werk. Deze week zijn de rapportvergaderingen en ik heb met mijn duo-mentor afgesproken om onze mentorleerlingen door te spreken. Tegen half zes zijn we klaar. Ik loop richting de kapstok om mijn jas te pakken en word direct gestrikt. “Hee, daar is nog een harde werker!” Kijk, dat zijn altijd goede opmerkingen om te horen van de directeur. “Ben je met de auto en zo ja, kun je me een lift naar het station geven?” Oh jee…. lege verpakkingen en papiertjes alert… zal ik nee zeggen? “Jahoor, geen probleem!”

Het viel uiteindelijk mee (dankjewel regen!!), maar volgende keer houd ik mezelf aan m’n voornemens, haha.