Het is vrijdagmiddag en de bel na het 8e uur is zojuist gegaan. De leerlingen stormen naar buiten, voor hen begint het weekend! Zelf besluit ik nog even in het lokaal te blijven om een toets verder na te kijken. Hoef ik dat in het weekend lekker niet te doen.
Na een klein uurtje vertrek ook ik naar huis. De toets is inmiddels nagekeken en ik heb hem direct opgeborgen in de kast waar ik alle toetsen bewaar. Weekend!
(…)
Op zondagavond besluit ik om Magister, een programma waarmee cijfers worden ingevoerd, nog eens te openen. Maandag vóór 12.00 moeten de cijfers worden ingevoerd, zodat ze vervolgens op het rapport kunnen worden gezet. Mijn eerste klas is compleet, check! Ook de tweede klas is helemaal ingevoerd. Bij het openen van de derde klas gaat het mis. Alle cijfers zijn keurig netjes ingevuld, op één leerling na. De leerling die ziek was tijdens de toets. De leerling die de toets een paar dagen later heeft gemaakt. De toets die ik vervolgens tijdelijk in mijn kluisje had gelegd. De toets die daar nog steeds ligt te wachten op zijn cijfer. Nee toch. Met een sprankeltje hoop doorzoek ik mijn tas, maar helaas..
(…)
“Wat doe jij hier? Jij werkt toch helemaal niet op maandag?” Een collega groet me vrolijk. Ik mompel wat terug en loop snel naar mijn kluisje. Ik kijk de toets na: een 6.8. Gelukkig heeft deze jongen wél wat ingevuld (in tegenstelling tot twee klasgenoten van hem) en hoef ik geen 1.0 in te voeren. Hij moest eens weten hoe veel moeite ik heb gedaan voor dat cijfer. Van mij mogen de digitale toetsen heel snel komen, haha.