Het is vierde kerstdag en mijn zus, mijn moeder en ik hebben onze eerste nacht in het vakantiehuis doorgebracht. We gaan gezellig samen ontbijten en ik heb een heerlijk vakantiegevoel.
Voordat ik aan de tafel aanschuif, doe ik eerst even mijn lenzen in. Ik begin met mijn rechterlens en pak daarna mijn linkerlens. Direct zie ik dat er iets niet klopt. Mijn lens hangt dramatisch over de rand van mijn lenzenbakje. De beelden van gisteravond flitsen weer langs. In alle haast om samen met mijn zus naar boven te gaan (ik hou er nooit zo van om beneden in mijn eentje in een donker en vreemd huis naar boven te moeten lopen), heb ik mijn lens te vlug in het bakje gekwakt. Nu ik het zo herbeleef, weet ik dat ik dat gisteren eigenlijk al vaag doorhad. Toch doorgegaan. Op de rand gedrapeerd en het bakje dichtgedraaid. Lens in tweeën. Gesneuveld.
De volgende dagen heeft mijn rechterlens ook vakantie en eet ik met bril.