Intense rit

In de metro zit een jongetje op schoot bij zijn moeder en hij tuurt ingespannen naar buiten. Ondertussen geeft hij een live verslag van de sprookjeswereld die er in zijn hoofd afspeelt. “Aaaah, kijk uit: we vliegen over water! – Okééé, gered.” Opa en oma zitten tegenover hun kleinzoon en grinniken om zijn fantasie. “WOESJJJJ”. We rijden inderdaad een beetje naar beneden.

We zijn zo’n twee haltes verwijderd van de tunnel waardoor we ondergronds zullen gaan en ik bereid me voor. Of eigenlijk zet ik me meer schrap, rekeninghoudend met het aantal decibels dat onvermijdelijk komen gaat.

En jahoor: daar komen de muren van de tunnel. “WOW, wat gebeurt er?! Het wordt donker, hou je váááááááást!!” Moeder: “zeg lieverd, je zit niet in De Vliegende Hollander…”

Die Efteling blijft me toch achtervolgen hè?!

Blogogen

Elke dag kijk ik goed om mij heen: gebeurt er iets grappigs? Is er iets geks aan de hand? Kan ik hier misschien een blogpost van maken?

Het leuke aan mijn blog is dat ik vreemde situaties niet meer ongemakkelijk vind: ik heb er juist lol in. Als er nu iets geks gebeurt, denk ik niet meer van: “ojee, en nu?”, maar vormen de woorden zich meteen in mijn hoofd voor de volgende blogpost.

Ik schrijf dit nu op een dubbelgevouwen A4’tje in de trein. Mijn boek en iPod heb ik bewust niet meegenomen, zodat ik de wereld om mij heen goed kan waarnemen. Je weet maar nooit wat er gebeurt!

Helaas zit ik nu in een lege treincoupé.

Gelukkig stapt er bij de volgende halte een jongen met een skateboard in. Met een sprinkhaan als huisdier. De conducteur deed een gek hupsje toe hij het groene insect zag zitten op de rugzak van de jongen.

En ik maar schrijven op dat A4’tje!

Tijdreizende vakkenvuller

Er zijn vrienden op bezoek bij ons op Texel en het is heel erg gezellig. We struinen rond in Den Burg en hebben het naar onze zin op het eiland. Die middag gaan we ook even langs de supermarkt om nog wat boodschappen te halen voor het avondeten. Ons mandje zit al goed vol wanneer we een product niet kunnen vinden. Met z’n vijven bekijken we de schappen, maar de groene zeep laat zich niet makkelijk vinden. Een vriendin gaat op zoek naar een medewerker en verdwijnt voor ons uit het zicht. Even later komt ze terug met een jongeman met een indrukwekkende baard en er zit een geamuseerde lach op haar gezicht geplakt. De jongen helpt ons goed en verdwijnt na een paar praatjes weer richting zijn groentenafdeling. Dan begint ze te lachen en vertelt ons de gebeurtenis die zich zojuist afgespeeld had.

Bekijk bericht

Mallorca

(2010) “Hello. I think I love you.” Er staat een aangeschoten jongen met een XXL Hawaii shirt achter me in de discotheek. Het is nou niet bepaald een spetter, maar ik heb bewondering voor zijn slechte openingszin. Samen met vriendinnen ben ik in Mallorca en we zijn op deze avond net begonnen met stappen. “Oh, thank you, but I love my boyfriend!” antwoord ik hem vriendelijk. Hij haalt zijn schouders op, lacht en antwoordt: “Ok, bye.” Ik schiet in de lach en wil me tot mijn vriendinnen richten als hij nog aan zijn verhaal toevoegt: “but, I still love you.”