Wait, what?!

(maandag) Ik ben gearriveerd op de VU en ik kom er zojuist achter dat ik mijn dopperflesje vergeten ben. Even snel een flesje water kopen. Welke is het goedkoopst? Deze, oké check.

(Donderdag) mijn flesje herbruik ik inmiddels alweer een paar dagen en hij staat standaard op mijn bureau. Een nieuwsgierige leerling bekijkt de verpakking en vraagt verbaasd: “mevrouw, waarom heeft u water dat geschikt is voor een natriumarm dieet, zwangere vrouwen en babyvoeding?” Zie daar maar eens je gezicht in de plooi te houden.

There it is! Aaaaaand it’s gone.

Tegen het stalkerige aan gluur ik naar het raam van de overburen. Er is iets heel geks aan de hand: in een constant tempo verschijnt er steeds een zwart balkje voor het raam. En weer weg. En daar komt hij weer. En weer weg. Ik druk mijn gezicht steeds dichter tegen het raam, zo nieuwsgierig word ik ervan. (Als er nu iemand over de gallerij loopt, heb ik mijn uitleg absoluut niet klaar). Wat is dat voor geks? Is het een wapperend kledingstuk? Is het een apparaat? Oh wacht eens. Wacht, het is een lichaamsdeel! En dan ineens zie ik het. De buuf is op een oefenfiets aan het trainen. Het is haar knie waar ik zo gefascineerd naar sta te kijken. Respect voor het tempo, overigens!

Laughing out loud

Lachend, nee, scháterlachend valt het meisje de metro uit. Ze houdt haar handen op haar buik en schudt van het lachen. Het werkt ontzettend aanstekelijk, want ik schiet ook hardop in de lach. Met mij nog drie anderen. Nieuwsgierig kijken we haar aan: wat is er aan de hand? Het meisje haalt een grote teug adem, kijkt om zich heen en brult het opnieuw uit. Ondertussen zet ze een paar stappen richting de muur, waar ze wederom dubbelklapt en zichzelf vasthoudt aan een richeltje.

Op dat moment stapt een ander meisje ook de metro uit, met tránen over haar wangen van het lachen. Ze ziet haar vriendin tegen het muurtje staan puffen en klapt ook weer dubbel. De andere passagiers en ik kijken elkaar lachend en vragend aan: wat zou er zijn?

Meisje nummer 2 heeft zichzelf inmiddels bij elkaar geraapt en loopt giechelend richting de roltrop. Meisje nummer 1 heeft het nog moeilijk en strompelt half achter haar aan. Haar lach galmt ontzettend hier in de Amsterdamse ondergrondse. Na een minuut is ze uit mijn gezichtsveld verdwenen en ik hoor haar lach nog zachtjes echoën in de verte.

Wat er nou was zal altijd een cliffhanger blijven, maar ik heb me zéér geamuseerd!

Your cuticle looks cute today

“Jij hebt meer eelt op je handen. – Echt niet, jij.” Zo begon het. In de trein.

Inmiddels zijn mijn vriend en ik zes haltes verder en hebben we de anatomie van de nagel uitgebreid bestudeerd. Zo hebben we elkaars nagels grondig beoordeeld, hebben we geleerd wat de functie van een nagelriem is en weten we voortaan dat zo’n uitstekend pulkje rondom je nagel ook echt een naam heeft. Sidewall hangnail.

Oost-indische neus

“Ooh wat ruikt het hier heerlijk!” Een collega doet zojuist de roldeur naar buiten open en ik loop er automatisch achteraan. Met mijn opmerkering refereer ik naar de natgeregende, herfstige straat. Mijn collega draait zich naar mij om en kijkt me vragend aan. “Je vindt vuílnis lekker ruiken?!” Ik zie nu pas dat hij met een stinkende, stoffige prullenbak naar buiten loopt om deze te legen in de container.

Goh. Laatst ook al zoiets met krentenbrood ?