“Waar is dat feestje?”

Het is weer pinksterweekend en dat betekent feest in ons dorp! Op het voetbalterrein staat een grote feesttent waar de dorpsgenoten elkaar overdag en ’s avonds ontmoeten voor een drankje en een dansje. Overdag worden er voetbalwedstrijden gespeeld en het is er altijd lekker bedrijvig.

Ook ik vertrek vanavond richting de feesttent. Op mijn fiets rij ik achter een club opgedoste dames. Ik ken ze niet, maar ik schat dat ze een jaar of veertig zijn. Ik bekijk hun dresscode: gekruld en opgestoken haar, sportieve jasjes en hoge hakken. Ook dragen ze allemaal een klein uitgaanstasje. Onderweg joelen en lachen ze naar bekenden en onbekenden: de stemming zit er goed in en het werkt aanstekelijk! Ik rij vrij dicht achter hen, waardoor het lijkt alsof ik bij hun groepje hoor. Toch val ik waarschijnlijk door de mand dat mijn bestemming vanavond niet de feesttenten zal zijn. Ik draag namelijk een rommelige knot, een warme winterjas met handschoenen, sneakers en een grote linnen tas.

Waar zij rechts afslaan richting de tenten, sla ik linksaf richting het huis van mijn schoonzus. Waar zij straks hun pinpas uit de tasjes halen om muntjes te kopen, haal ik mijn pantoffels uit mijn tas om samen met mijn schoonzussen op te bank te ploffen.