Kat in ‘t bakkie, denk je dan…

(2014) Het is zaterdagochtend en ik ben aan het werk met een paar andere jongeren. We zitten allemaal naast elkaar en moeten nog ongeveer een uurtje werken. Sinds 07:00 vanmorgen zijn we al bezig en de energie begint een beetje op te raken. Ik stel voor om onder het werk een spelletje te doen. We spelen woordspelletjes, geven elkaar raadsels en speuren naar ‘ik zie ik zie wat jij niet ziet’-objecten. Op een gegeven moment zijn we daar ook klaar mee en we werken rustig verder.

Ondertussen komen er allemaal leuke liedjes op de radio voorbij en mijn zus en ik zingen uit volle borst mee. Wordt niet altijd gewaardeerd. “Nee, niet weer hè!” Of: “Jullie zingen zo hard!” Op de een of andere manier ontstaat er een challenge waarbij de collega rechts naast mij moet meezingen met het eerstvolgende liedje. Slaagt hij erin om de tekst mee te zingen? Dan nemen wij volgende week iets lekkers mee. Slaagt hij er niet in, dan trakteert hij.

Wij mochten trakteren. De instrumentale soundtrack van Spongebob kwam voorbij en hij kwam weg met een “pna, pna pa, ra, pa, ri”-melodietje.

Catchy vitamientjes

Samen met een collega heb ik vandaag in canon een appel zitten eten. Hij onbewust, ik ontzéttend bewust.

“Nog lekker te kermis geweest?”

Collega: “Heb je die nieuwe kermishit gehoord?!” Begint vrolijk te zingen:

“Liever te dik in de kist dan een feestje gemist. Mij hoor je niet klagen, want ik hoef mezelf toch niet te dragen.”

Collecteren

Ting dong. PLOF. Achter de deur klinkt een doffe klap. Slof, Slof, slof. De deur gaat open. “Hallo, ik collecteer voor het Rode Kruis!” De vrouw draagt een soort klompen die ze net vanaf de bank op de grond heeft gelanceerd. “Ja, natuurlijk! Ik pak even een centje voor je.” De deur laat ze open en ik gluur stiekem een beetje naar binnen in de gang. Wat heeft ze het leuk ingericht! Grappig hoe iedereen dat dan weer anders doet. “Dank u wel hoor en nog een fijne avond!”

Ting do.. mijn getring verstomd. O god. O god. Ik heb zojuist half aangebeld bij een deur waar ‘geen collecte’ op staat. Ik kijk naar mijn bus waar met grote letters “Rode Kruis” op staat. Valt niet weg te moffelen. Angstig kijk ik naar het kijkgaatje in de deur: staart er iemand naar me, denkend dat ik een debiel ben die niet kan lezen dat collectes niet welkom zijn? Gelukkig, het blijft stil. Ik loop een paar passen achteruit en houd het kijkgaatje nog wat wantrouwend in de gaten. Oké, de kust is veilig.

Bekijk bericht

Zeg ehh.. ik weet dat ik niet kan multitasken, maar dit lukt me nog net wel ;)

Ook vandaag is weer een werkdag. Ik sta achter een machine die maar op een rustige snelheid kan draaien. Het is dan ook heerlijk rustig werken, maar het komt er ook op neer dat ik me een beetje verveel. Op een gegeven moment komt een collega naar me toe. We kletsen wat over mijn Franse ervaring en hij vertelt me dat hij in september naar de rommelmarkt in Lille gaat. Leuk! Omdat de machine zo traag gaat, ben ik blij met de afleiding. Op het moment dat we praten, laat ik de machine verder draaien: ik kan het nog makkelijk bijhouden. Toch kijkt de collega me bezorgd aan: “Red je het wel? Het loopt aardig op zo hoor!” Ik antwoord dat ik het prima bijhoud en dat ik het juist fijn vind dat het een beetje doorloopt. Hij knikt, maakt zijn verhaal af en loopt weer weg. Hij draait me de rug doe en ik zie dat hij stiekem een vinger uitsteekt om mijn machine langzamer te zetten. Smiecht! Ik heb je wel door! Even heb ik zin om ook iets met een bepaalde vinger te doen, maar dat doe ik natuurlijk maar niet 😉 Licht beledigd maar geamuseerd zet ik de machine weer ‘sneller’.