(2015) In de kerstvakantie ben ik in Nederland aan het werk. Ondanks dat ik nog maar 2 maanden weg ben, voelt het leuk en gezellig om weer even met de collega’s bij te kletsen. Om 10 uur is het pauze en ik sta bij de machine om thee te pakken. Op dat moment loopt er een collega binnen. “Hee Laura, ben jij ook weer in het land? Gezellig meid!” ze loopt op me af en strekt haar arm naar me uit. Ik buig me dan ook naar haar toe om haar drie zoenen te geven. Ze schiet in de lach: “oh, gaan we zoenen?! Ik wilde alleen maar even m’n handen drogen hoor, maar gezellig!” Na de ongemakkelijke en lachwekkende begroeting doe ik een stap opzij zodat ze inderdaad een papiertje uit de papierdispenser achter mij kan pakken.
Well, that was awkward
“Frédérique magnetron” belde me zojuist dat haar man beneden stond te wachten. Ik voel me stiekem best trots dat ook deze marktplaatsdeal weer goed gelukt is. Mijn magnetron til ik dan ook vrolijk neuriënd naar beneden. Dit gaat goe…
Oké wacht, er staan 3 auto’s voor mijn deur. Waar is hij? Ik maak oogcontact met de mensen in de linker auto. Vragende blik in mijn ogen. Vragende blik in hun ogen. Tja, ik sta daar toch op sloffen met een magnetron in mijn hand, ik kan het me ergens wel voorstellen. Auto 2 sla ik over met mijn oogcontact, ik sta immers zo dichtbij dat ik het raam kan inslaan met de magnetron. Bij auto 3 word ik ook niet echt hartelijk ontvangen, dus daar sta ik dan. Hè verdorie, met “Jessica bed” en “Monsieur B koelkast” verliep het allemaal net zo soepel!
Tot grote vreugde van mijn niet zo indrukwekkende spierballen, komt daar dan gelukkig toch meneer magnetron aangelopen. Ik loop met hem mee naar zijn auto en hij overhandigt me het geld. Het briefje van tien laat ik nog even nonchalant in de lucht wapperen, zodat de autobestuurders mij niet zullen herinneren als “Idiote sur pantoufles” maar als “femme d’affaires”.
In het restaurant
Op het fietspad
Zo, de eerste werkdag na de vakantie zit er weer op. Ondanks het feit dat de leerlingen veel black-outs hebben en vergeten zijn hoe ze ook alweer fatsoenlijk Nederlands moeten spreken, is het heel leuk om weer op school te zijn. Voor de terugtocht op de fiets is het inmiddels mijn gewoonte om op de fiets mee te zingen met de muziek op mijn iPod. Na een paar minuten fietsen sta ik even later voor het stoplicht en het liedje Youtopia van Owl City en Armin van Buuren begint. Het gaat me net iets te ver om hardop te zingen als er mensen voor mijn neus oversteken op het zebrapad, dus ik hou netjes even mijn mond. Na een tijdje springt het stoplicht op groen en ik maak weer snelheid. Het eerste couplet is bijna afgelopen en ik open mijn mond om weer te zingen: “Cause you’re my sweetest dream come true”. Op het moment dat ik “true” zing, kijk ik recht in de ogen van een middelbare vuilnisman met enorme borstelige wenkbrauwen. Hij weet zijn harige materiaal goed te besturen, want binnen één seconde tovert hij zowel een frons als een stralende blik op zijn gezicht. O god, ben ik zojuist zingend vreemdgegaan?
In de spiegel
Vandaag ben ik met een gezellig clubje naar Ieper geweest. Het is een prachtige Vlaamse stad waar we twee leuke musea hebben bezocht. Verder hebben we samen geluncht, gewinkeld en rondgewandeld. Aan het einde van de dag heb ik iedereen weer netjes naar Duinkerke gebracht en zijn we nog iets gaan eten. Toen ik ’s avonds uiteindelijk weer thuis was, keek ik in de spiegel en lachte naar mezelf: het was een leuke dag. Mijn lach verdween echter direct weer, omdat er een enorme peperkorrel tussen mijn voortanden zat te chillen.