We hebben best een grote voortuin, waardoor we de kindjes voor Sint Maarten op 11 november goed aan zien komen. “Daar komen er weer een paar, doe jij open?” Vraagt Thomas me. Ik open de deur en begroet de twee meisjes. “Wacht even!” Een meisje roept dit heel stellig en kijkt ongeduldig naar de straat, waar een derde meisje aan komt hollen. Als ze er bijna is, zetten ze het nummer in. “Sinte Maarten mik mak, m’n moeder is een dikzak, m’n vader is een duntje, geef me pepermuntje.” Echt zó’n onaardig lied, maar hij blijft favoriet bij veel kindjes. Lekker snel snoep cashen, haha.
Ik wil de meisjes complimenteren over hun práchtige ( 😉 ) gezang, maar het nummer gaat al verder. Oh! Door mijn verbazing hoorde ik niet alles, maar de laatste regel “mandarijn met pindakaas, morgen ben ik Sinterklaas” bleef me bij. “Nou, hier heb ik lekkere chocolaatjes, maar jullie willen vást wel een mandarijn om met pindakaas te eten.” Ze trekken een vies gezicht en geven aan dat dat echt vies is. “Met appelstroop dan?” Nee, ook geen goed idee. Ze pakken een chocolaatje en rennen door naar het volgende huis. Bijzonder feest is het toch, haha!
Dat met sint Maarten koeien staarten dragen was me bekend, maar die mandarijnen met pindakaas, nee, die niet.
Had zelf beeldschone zakjes gevuld met lekkers klaar staan, stuk of twaalf. Plus een schaal met los (verpakt) snoepgoed.
Er kwamen nul kindertjes…