Ik lig in bed. Het regent hard en het is koud buiten. Sinds vandaag staat mijn horloge stil. Zomaar opgehouden met tikken.
Ik wil iets voor je schrijven, maar ik vind het moeilijk. Ik ken je niet en ik zal je ook nooit leren kennen. Toch denk ik veel aan je. De liefde voor jou is zo ontzettend voelbaar.
(…)
Vandaag is het mooi weer. De vogeltjes fluiten. Mijn Narcissen staan er prachtig bij. Het leven staat in bloei, maar mijn horloge staat nog altijd stil.