Op straat

Terwijl ik voor het Franse stoplicht sta te wachten, steekt er een jongetje in de verte over bij een zebrapad. Hij heeft licht blond haar, draagt een rond brilletje en ik schat dat hij een jaar of zeven is. Met zijn oranje shirt aan lijkt hij best wel een beetje Nederlands. Sterker nog, hij lijkt best wel op mijn vriend in zijn jongere jaren! Het jongetje kijkt mij inmiddels recht aan, hij moet gezien hebben dat ik hem aan het aanstaren ben. Begint ‘ie ineens als een debiel te dansen op het zebrapad! Dit beeld krijg ik dus nooit meer losgekoppeld van de jeugdfoto van mijn vriend.

In het theater

Op vrijdagavond ben ik naar het theater gegaan. Het was een kleinschalig Frans theater waar vooral wat ouder publiek op afkwam. De eerste voorstelling was erg mooi: een soort poppenspel, waarbij de artiest een pop van een oude man om zijn buik had hangen. Het toneelstuk kende geen dialoog. Wel kwam er op goed getimede momenten een constant gegiechel uit de luidsprekers, wat de humor in het stuk versterkte. De tweede voorstelling was anders, maar ook erg leuk. Een Waalse cabaretier kletste er op los en nam het publiek aan zijn handje mee. Plotseling hoorde ik vlak bij mijn oor weer dat speakergegiechel. Die speaker bleek een blond kapsel, een bril en een mond te hebben die zich na elk grapje keihard opende om een constante bulderlach te produceren.

In de wind

Op de fiets naar mijn werk vermaak ik me altijd door naar andere mensen te kijken. Zo’n 100 meter verderop zag ik dat er een keurige meneer had gewinkeld bij de bakkerij. De man was een jaar of 70, droeg een mooi, bruin pak en verplaatste zich met een stok. Loopt ie vervolgens naar buiten.. waait z’n baret van z’n hoofd! Die neem ik dus mooi niet meer serieus.

In mijn kamer

Om energie en vooral ook geld te besparen, zet ik mijn verwarming zo weinig mogelijk aan. Ik trek zoveel mogelijk warme kleding aan om het zo warm mogelijk te hebben. Soms echter, dan vind ik dat ik mezelf mag verwennen door het lekker behaaglijk te maken in mijn kamer. Zet ik eindelijk die verwarming aan… MEURT IE NAAR ROTTE EIEREN!

In de aula

(2004) Eindelijk, na al die weken oefenen is het zover. Samen met mijn vriendin betreed ik het podium om daar het liedje Fame te gaan zingen. Het is nog best spannend, omdat we met een goede score misschien wel de brugklasfinale zouden kunnen winnen. Gelukkig hebben we goed geoefend, wat kan er misgaan? De muziek begint en ik pak vol zelfvertrouwen de microfoon. Het eerste couplet doen we samen, dat gaat prima. Komt vervolgens mijn solo.. vergeet ik mijn tekst! Vanaf dat moment kan ik de ‘fame’ dus ook wel vergeten.