(Op onze verjaardag) “Wil jij de koffie even bijvullen? – Jahoor!” De vriend van mijn zus komt vrolijk aangelopen en voelt zich duidelijk thuis in onze keuken. Hij pakt het bijna lege koffieblik en maakt hem open. Meteen komt de heerlijke geur van koffie vrij, wat ruikt dat toch altijd lekker. Behendig knipt hij de nieuwe zak open en laat de koffie voorzichtig in de pot zakken. Gaat soepel!
Ondertussen ben ik bezig met het aansnijden van de taart. De vriend van mijn zus is inmiddels klaar en doet de bus weer dicht. Geen korreltje gemorst. Het is even na tienen, over een klein half uurtje komen de eerste gasten. Ik zeg: topvoorbereiding!
(Een tijdje later).
“Lau, zet jij koffie?” Ik loop naar de keuken en pak het koffieblik. Automatisch kom ik met mijn hand dichterbij, maar verbaasd staak ik deze beweging. Wat krijgen we… huh? Ik roep de vriend van mijn zus erbij. “Eh… waar is het koffieschepje gebleven?” Samen kijken we in het koffieblik. “Ik zal hem waarschijnlijk in de vaatwasser gestopt hebben.” Hij trekt de vaatwasser open (voelt zich nog steeds thuis), maar ziet het koffieschepje niet liggen. “In de bestekla misschien?” Ook daar blijkt hij niet te liggen. Dan begint hij te lachen. “Oeps.” Tijdens de volgende scène wordt er flink gespit en toch nog koffie gemorst 😉
Herkenbaar! Had dat van de week nog met het zoutschepje na het zoutvullen van mijn Keulse pot….van geen zout morsen naar morsen.
Maar! Maar jouw koffie blééf stimulerend geuren, zeker tijdens graaien!