Met bruut geweld wordt er naast mijn werkplek met papieren gerommeld. Ik probeer rustig te werken, maar ik word er flink door afgeleid. Ik besluit het te laten gaan, misschien houdt hij er zo mee op.
Even later is dit ook het geval: hij houdt zich weer stil. Rustig gaan we allebei aan de gang met ons eigen werk. Ik had natuurlijk beter moeten weten. Opnieuw begint hij druk met de papieren te rommelen: het is alsof hij een deadline moet halen. Ik werp een geërgerde blik zijn kant op en hij kijkt me betrapt aan. Voor even lijkt het te werken. Vervolgens begint hij vrolijk opnieuw en ik verlies mijn geduld. Ik gris het blaadje uit zijn handen en gooi een bolletje wol naar hem toe.
In stilte speelt hij vervolgens verder, mijn lieve kat.