“Neem jij mijn auto maar, dan ga ik een stukje hardlopen.” We vieren sinterklaas bij mijn ouders, die ongeveer 14 kilometer van ons vandaan wonen. Mijn vriend heeft zojuist besloten om erheen te gaan rennen. Hij liever dan ik. “Prima, zie je daar!” Omdat mijn vriend zijn auto nog niet zo lang heeft, heb ik er nog niet heel vaak in gereden. Komt vast goed.
De auto staat geparkeerd in de parkeergarage waar we een vergunning hebben. Als ik op de trap naar beneden loop, zie ik een enorme rij staan voor de betaalautomaat. Ha, daar hoef ik lekker niet voor te wachten! Het grote voordeel van zo’n vergunning is dat de slagboom open gaat door het herkennen van het kenteken. De mensen kijken enigszins verbaasd als ik mezelf door hen heen ‘sorry’. Ik hoor ze denken. Is ze nou zo suf dat ze vergeet om haar kaartje te betalen? Triomfantelijk loop ik verder.
De auto staat zó geparkeerd dat de mensen in de rij de auto goed kunnen zien. Ik stap de auto in en zet de motor aan. Ik rij een stukje naar achter en…. de motor slaat af. Shit. Ik kijk de mensen bewust niet aan, maar ik voel de ogen op me branden. Zo nonchalant mogelijk zet ik de motor weer aan en rijd ik naar de uitgang. Volgende keer iets minder triomfantelijk ;-).
Help! Ten eerste hélemaal rennend van jullie huis naar ouderlijk huis, help!
Ten tweede help! De motor slaat af! Ah jôh…is heus geen afgang hoor. Die hele rij voor de betaalautomaat blééf stikjaloers.
Oeps, echt zo’n situatie waarin je even (met auto en al) door de grond wilt zakken 😉 Het levert in ieder geval wel weer een leuke anekdote op!
Romy schrijft over.. Zo kun jij jouw bucketlist waarmaken! (6 tips)