De regen komt met bakken uit de lucht. Normaal gesproken vind ik dat heel gezellig, vooral als je binnen zit. Dat is helaas nu niet het geval. Lichtelijk ongeduldig staan we te wachten bij de bus die ons van de veerpont naar het dorpje Hollum brengt. De OV-chipkaart is een hele handig uitvinding, die kennelijk nog niet iedereen ontdekt heeft. Zodra we eindelijk droog zitten, roept de buschauffeuse iets naar achteren. “Mevrouw achterin, u had natuurlijk voorin moeten stappen!” Ze wacht niet op het antwoord van de mevrouw en start de motor. Omdat ik bijna vooraan zit, kan ik haar nog stilletjes horen mopperen. Ze zal het wel even nodig hebben. Naast me zit een oudere dame die ik ook hoor grinniken.
Niet veel later hoor ik een mierzoete stem door de intercom. “Verbindingsweg.” Enigszins verbaasd kijk ik op: was dit nou dezelfde vrouw die net zo bozig zat te doen? Wonderlijk, sommige mensen :).
Bij halte vliegveld drukt er een meneer op de stopknop. Samen met zijn gezin staat hij op en begint hij onhandig aan z’n koffers te sjorren. “Waar moet u wezen, meneer?” De buschauffeuse kijkt hem vriendelijk aan. “Bij halte vliegveld.” De vrouw slaakte een diepe zucht. “Ja, dat snap ik ook wel. Maar wáár?” De man leek even van zijn stuk gebracht. “Eh, nummer 12.” De vrouw fronste. Ja, ik zat erg dichtbij en was het allemaal aandachtig aan het bestuderen. Klopt. “Ja, als u drukt, dan moet ik hier stoppen. Maar u kunt beter blijven zitten, want u moet meer in het dorp zijn. Blijf maar even zitten.” De man ging weer zitten. “Nu rij ik hier misschien wel voor jan doedel heen, maar goed. Anders moet u zo ver lopen.” Nu begreep de man er niets meer van. Ik ook niet, trouwens. “Nee, ik hoef hier helemaal niet te komen! Maar goed, u drukt, dus dan moet ik hier stoppen. Oh nee, ik zie dat er nog mensen bij de volgende halte staan. Dan rijden we hier toch niet voor niks.” We halen de mensen op bij de volgende halte en draaien vervolgens 180 graden, zodat we dezelfde weg weer terugrijden. Niet veel later komen we bij het dorpje Ballum aan, waar de man en zijn gezin uitstappen. De vrouw naast me begint een onderonsje met de chauffeuse. “Hij begreep er niets van, hè?” De buschauffeuse lacht. “Nee, maar goed, als hij drukt moet ik natuurlijk stoppen.”
We rijden door. “Snikkepad”. Oei, we krijgen een tegenligger en het ziet er allemaal wat krapjes uit. De man die ons tegemoet komt rijden stopt vriendelijk om de bus er langs te laten. “Ja, er staat een boom hier dus ik kan er natuurlijk niet langs. Maar dat ziet hij niet.” De vrouw naast me zucht met de buschauffeuse mee. De beste man uit de auto heeft het niet direct door, maar niet veel later passeert hij ons toch maar.
Verderop zie ik twee dames zitten in een bushokje. Ze zijn in gesprek en hebben net iets te laat door dat de bus eraan komt. De buschauffeuse besluit door te rijden: de dames maken immers geen aanstalten om mee te gaan. Net op het moment dat we ze passeren, hollen ze gauw hun hokje uit. Met een diepe zucht besluit ze toch maar te stoppen. “Jullie moeten wel je hokje uit komen he, als de bus er aan komt!” De dames begrijpen er niets van. “Excuse me?” Ik ben benieuwd hoe knorrepot hierop reageert. “Jaa, jaa, precies.” De dames halen hun schouders op en gaan zitten. Een paar haltes later stappen ze weer uit. “Tot ziens en een prettige dag” wenst de buschauffeuse ze toe. Attent wel, alleen begrijpen ze er niets van, haha. De dame naast me lacht weer en stapt vervolgens ook uit.
We gassen door naar de volgende stop. Ik moet eerlijk bekennen dat ik nog weinig heb meegekregen van Ameland, ik zit met iets te gespitste oren mee te luisteren. Toch krijg ik nu ruim de tijd om even om me heen te kijken: de weg is namelijk versperd door een postautootje. De dame naast me is weg, dus nu wendt de buschauffeuse zich tot mij (oei!). “Als hij nou drie meter naar voren had geparkeerd, konden we er nu allemaal langs!” Vragend kijkt ze me aan. Ik raak bijna in paniek. “Ja, onhandig,” mompel ik. Bingo, de vrouw kijkt weer naar voren. “Vier auto’s staan te wachten, maar goed. En dat terwijl het niet eens mijn dienst is.” Aha, dat verklaart een hoop. Kennelijk had de vrouw helemaal niet hoeven rijden vandaag. Vooruit dan maar ;-).
Bij de volgende bestemming moeten we eruit. De regen komt nog steeds met bakken uit de lucht, maar ik vind het ineens niet zo erg meer. Op de terugweg naar de veerpont gaan we lekker fietsen!
Buschauffeuseïnvaldienst, het was haar Amelandse dag niet, zo te lezen.
Maar jij was toch mooi gietbui-afgeleid dankzij haar niet-dag. En je kreeg bloginspiratie cadeau!
Dat terugfietsen naar de veerpont, ging dat in droog weer? En tussen busheenrit en fietsterugrit ook nog genoten?
Die arme buschauffeuse had duidelijk haar dag niet! Maar ik heb wel eens knorrigere chauffeurs gehad :p Je hebt er wel weer een leuke blog uit kunnen halen, haha
Marloes schrijft over.. Drie maanden met Invisalign – update 1