Bij de kapper

(2015) Ik ben altijd al lui geweest als het op mijn haar aankomt. Sinds dat ik klein ben, draag ik mijn haar eigenlijk altijd al in een staart of in een knot. Op de een of andere manier vind ik los haar gewoon niet lekker zitten en het valt ook nooit zo mooi. Aan het begin van dit jaar is mijn haar vrij lang en het is eigenlijk wel weer tijd om er een stuk af te laten knippen. Met mijn vingers ga ik door mijn haar en ik bedenk me dat het misschien ook wel een goed idee is om mijn haar te doneren. Het lijkt me heel fijn om op deze manier mijn steentje bij te dragen aan een mooie pruik voor een ziek meisje. Zo gezegd, zo gedaan. In juni zit ik in de stoel van de kapper en ik ben toch eigenlijk best wel zenuwachtig. Mijn zus is mee om me door de spanning heen te slaan en natuurlijk om foto’s te maken. De kapster zet twee vlechten van 30 cm in mijn haar en voor ik het weet is de eerste vlecht al van mijn hoofd geknipt. Wat een raar gevoel!

Alle klanten in de kapperszaak kijken mijn kant op en knikken me bemoedigend toe. Hop, daar gaat de andere vlecht. Het is echt bizar hoe licht je haar dan voelt, als twee lange vlechten er in één keer afgeknipt zijn. Binnen een uur heeft de kapster een Bob in mijn haar geknipt en ben ik ready to go. Mijn zelfvertrouwen moet weer even wat groeien, omdat ik zo lang met lang haar heb rondgelopen, maar ik vind het met de minuut leuker worden. De kappers komen in een rondje om me heen staan en zeggen dat ze het heel stoer van me vinden en dat het korte haar me goed staat. De kapster die mij geknipt heeft doet er nog een schepje bovenop: “Ja, dit staat echt fantastisch bij je vierkante hoofd! Veel beter dan die staart die je net had.” En bedankt. Ik ben dus mijn hele leven als een dobbelsteen door het leven gegaan? Ik pers er een lach uit en zeg dat ik haar heel dankbaar ben.

Als ik later buiten loop, herken ik mezelf amper terug in de winkelruiten. De opmerking heeft me trouwens wel aan het denken gezet. Tot vandaag dácht ik dat er nog maar 1 moment in mijn leven geweest is dat ik er echt vierkant uitzag en dat was tijdens carnaval in groep 1. Het leek mijn moeder een leuk idee om mijn zus en mij één middag als kartonnen vierkant en driehoek door het leven te laten gaan. Wat ik me van deze middag herinner is heel veel gejeuk, me niet goed kunnen bewegen en een pijnlijke blaas. Na 2 uur heeft de juf mijn moeder gebeld of ze de huilende Mondriaanfiguren alsjeblieft weer kon ophalen en ze op de wc kon zetten.

Inmiddels is mijn haar langer en ga ik weer vrolijk vierkant door het leven. In ieder geval heb ik nu wel altijd mijn antwoord klaar op de vraag wat nou in vredesnaam het verschil is tussen mij en m’n zus.

Volg:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge