À table!

Ik ben bij mijn ouders thuis en de katten cirkelen rond mijn benen. Ik ben een broodje aan het smeren en de katten geven me al miauwend aan dat ze ook graag een hapje willen eten. Ik loop naar de gangkast om een zakje met kattenvoer te halen: het is van dat natte voer met brokjes erin. Eend wordt het. Het gemiauw gaat door en ik zak door mijn benen om het zakje in hun voerbakjes leeg te knijpen. Capital mistake.

Waar mijn eigen katten nog enigszins geduldig wachten tot ik het voer in hun bakjes heb gegooid, beuken deze lieverds hard met hun koppie tegen mijn hand, zodat ze goed bij hun maaltijd kunnen. Tijdens hun wilde bewegingen, stoten ze hard tegen het zakje voer, waardoor er allemaal eendensaus tegen hun hoofd aan komt. Al gauw wordt het een flinke smeerboel. Toch geven ze geen kik en smullen ze vrolijk verder. Ik moet er wel om lachen: twee gretige besausde kattenhoofden. Ik keer hen de rug toe en ga verder met mijn eigen broodje. Ik bedenk me dat ik de katten zo maar even schoon moet maken en dat ze vooral nog maar niet naar boven moeten gaan voordat ze schoon zijn. Ook herinner ik mezelf eraan dat ik de volgende keer hun eten op het aanrecht moet klaarmaken. Ondertussen smeer ik boter op mijn brood en zoek ik het pak schuddebuikjes in het kastje. Vervolgens pak ik de waterkoker en schenk ik een kop thee voor mezelf in. Dan draai ik me om met mijn bord in mijn hand.

Ojee. Er is nog maar één kat aan het eten. De deur naar de gang staat op een kier. Oei, er is er dus toch één naar boven gesneakt. Ik kijk van de deur naar mijn broodje met schuddebuikjes en besluit het risico te nemen om eerst mijn bord leeg te eten voordat ik de katten ga onteenden.

Na het eten vergeet ik mijn plan volkomen. Samen met mijn schoonfamilie wandel ik in het bos en twee uur later ben ik weer terug. De katten liggen op de bank en ik ga er gezellig bij zitten. Het sausincident ben ik allang weer vergeten en blind steek ik mijn hand uit om de katten te aaien. Met hun wang (de plek waar de eend zich vooral had genesteld) geven ze me kopjes. Er is niets aan de hand: het zijn zachte, schone kopjes. Ik werk wat op mijn computer en op een gegeven moment aai ik één van de katten nog eens tussen zijn oren. Oei, in plaats van een zachte harige kattenvacht, voel ik me daar toch een hardgeworden sausbrok! Iets met uitstelgedrag…

Volg:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge