Je wordt gebruikt waar je bij staat

Het is maandag: mijn vrije dag! Een perfecte dag om de stapels was bij te werken. Ik stop de was in de wasmachine, geef de katten die me braaf naar zolder zijn gevolgd een aai en ga weer naar beneden. De katten blijven boven.

Na een uur of twee ga ik weer naar zolder om de was uit de wasmachine te halen en om er een nieuwe in te doen. De katten zijn al die tijd boven gebleven en ik ben stiekem wel nieuwsgierig waar ze het zo druk mee hebben. Het wordt pijnlijk -letterlijk- snel duidelijk. Net wanneer ik voor de wasmachine buk om de was eruit te halen, springt Dirk op mijn rug. “Hé, wat gezelaaaaaauw!” roep ik uit. Verontwaardigd kijk ik over mijn schouder naar Dirk, die totaal geen oog voor mij heeft. Verwilderd kijkt hij omhoog naar de vlieg die op het dakraam zit te chillen. Hij doet een aantal pogingen om de vlieg te pakken, wat hem alleen enigszins lukt als hij zijn nagels in mijn rug zet. Aangezien ik nog meer was uit de machine moet halen en wil voorkomen dat mijn rug helemaal open wordt gekrabd, besluit ik de jongens een handje te helpen. Eén voor één til ik ze op om ze bij de vlieg te laten.

De vlieg kan het verhaal helaas niet meer navertellen. In my defence: het was hij of ik!

De ouderavond

“Au revoir!” Het is 14:45 en ik zwaai net mijn laatste leerlingen uit. Vanavond begint de ouderavond om 20:15 en ik besluit op school te blijven. Voorwerken enzo.

Om 17:00 rijdt de schoonmaakster in de gang met een grote kar langs en even later stapt ze mijn lokaal binnen. Ik ben bezig met de laatste voorbereidingen van mijn brugklas en ik stel voor dat ik de stoelen nog even op de tafel zal zetten. Dit is echt een to do punt dat ik mezelf moet aanleren. “Au revoir tout le monde!” is snel gezegd, maar vaak staan de tafels nog in groepjes, moet ik eigenlijk de stencils nog ophalen en bij de laatste les vergeet ik vaak de stoelen op tafel te zetten. Tja, qua planning kan ik soms nog wel wat beter. Toch vind ik het niet erg om de stoelen nu zelf omhoog te tillen. Doe ik nog eens wat voor mijn armspieren. 

Om 18:00 loop ik richting de Vomar om een maaltijdsalade te halen. Ik ben tevreden over mezelf: ik heb alle lessen van morgen voorbereid. Tijdens het wandelen bel ik mijn vriend, die me zojuist een verontrustende maar toch wel erg grappige foto heeft gestuurd. “Gaat het daar? Is het echt zo erg??” Mijn vriend lacht. “Ja, helaas. De dikke bromvlieg heeft echt besloten om de zojuist geschilderde deur als landingsbaan te gebruiken. Hij is met zijn vleugel in de terpentine blijven hangen en heeft er een zooitje van gemaakt.” Stiekem kunnen we er wel om lachen.

Inmiddels ben ik straal voorbij de Vomar gelopen, omdat ik in de verte Albert Heijn vlaggen heb zien wapperen. Niks tegen de Vomar, maar ik heb zin in een maaltijdsalade van de AH en ik vind het wel lekker om een stukje te lopen. Mijn vriend is nog altijd aan de lijn en we hebben het over mijn toekomstige avond: dit wordt mijn eerste ouderavond. “Ik vind het toch wel een beetje spannend,” hoor ik mezelf zeggen, terwijl ik twijfel over een Marrokaanse couscous, de quinoa met spinazie en de zalm met dillesaus. Naast me zie ik dat een vrouw nieuwsgierig meeluistert en ik besluit het onderwerp mysterieus in het midden te houden, totdat mijn vriend vraagt: “heb je dan 10-minuten gesprekken?” en ik wel moet uitleggen hoe de avond in zijn werk gaat. Ik besluit de vrouw even goed in me op te nemen, zodat áls ze straks in het lokaal zit, we het in ieder geval kunnen hebben over de lekkerste salade: ik heb voor de couscous gekozen.

Nog 10 minuten dwaal ik rond in de Albert Heijn XL (“waar zijn nou toch die smoothies?”) en loop ik weer terug richting school. Ondertussen hangt mijn vriend ook op en gaat hij weer verder met de andere deuren.

De ouderavond verloopt even later prima: ik heb een fijne co-mentor die mij soepel meeneemt in het hele proces. Zo’n eerste ouderavond is toch best spannend, maar het gaat allemaal goed. Om 21:45 vertrekken de laatste ouders, glimlachend. De saladevrouw heb ik niet meer gezien.

Om 22:30 ben ik uiteindelijk thuis, waar ik ook nog even ouderavondje speel: James is aan het basketballen met mijn haarclipje (ah, daar is hij!) (“Sssst, papa slaapt!”) en Darcy rommelt wat in mijn schooltas (“kssst, van tafel!”).

Om 23:00 poets ik mijn tanden (ha! ik voel de armspieren!) en sluit ik deze blog af. Op naar een nieuwe dag! Wie weet hoe de deuren er morgen uit zullen zien.  Bekijk bericht

“Dus ik zit hier gewoon een beetje voor niks te stuntelen?”

Het is zaterdagavond, de zon zakt langzaam naar beneden en we genieten buiten nog even van het mooie weer. We drinken een wijntje en kletsen over van alles en nog wat. Omdat de vliegen het ook erg gezellig bij ons vinden, heeft iemand heel slim haar telefoon op haar glas gelegd om te voorkomen dat de vliegen een duik zullen nemen. Omdat ook ik een wijntje lekkerder vind zonder extra eiwitten, doe ik hetzelfde.

Een half uur later zit ik een beetje voor me uit te staren, totdat mijn buurvrouw me ineens een onderzetter aanreikt. Ik had het gesprek niet helemaal gevolgd, dus op de automatische piloot til ik mijn glas op om de onderzetter eronder te leggen. Dat gaat nog vrij lastig, omdat mijn telefoon er nog bovenop ligt. “Zo hèhè, gelukt!”

Buuf moet een beetje lachen. “Ja ehh, leuk dat je zo je best doet, maar die was eigenlijk voor op je glas bedoelt!”

Bekijk bericht