“We kunnen ook stoppen hoor!” zeg ik vriendelijk maar triomfantelijk tegen mijn zus, die nu samen met mij nog over is nadat ik haar vriend net failliet heb gemaakt. “Nee, nu gaan we door ook hoor!” zegt ze. Ze heeft nog wat honderdjes in haar hand en houdt moed. In de rondes die volgen, bouw ik hotels op de Kalverstraat en Leidsestraat, poets ik mijn hotels in Arnhem nog eens op en shop ik her en der nog wat leuke huisjes. Mijn positie is gunstig en ik heb er dan ook flink lol in!
[15 minuten en een pizza later]“We kunnen ook stoppen hoor!” imiteert mijn zus mij op haar beurt triomfantelijk, nadat ik op pijnlijke wijze afscheid heb genomen van mijn geliefde hotels. Stomme vrij parkeren. Stomme belasting waar ze steeds op kwam in plaats van mijn hotels. Stom zeg, zo’n mazzelspelletje. Haar vriend werpt me een veelbetekenende blik toe.