Stadspraktijken

Samen met mijn zus en een vriendin ben ik gezellig een middagje in de stad. We hebben afgesproken om een drankje te drinken in het kattencafé: super leuk! Het café is ingericht als een soort van woonkamer, zéér huiselijk met al die katten om ons heen (in totaal zijn het er nu 9). Ik bestel een smoothie en we kletsen een beetje bij over de vakanties en de leuke gebeurtenissen, af en toe in gezelschap van een nieuwsgierige rassensnuffelaar.

Na er een uurtje gezeten te hebben, besluiten we om nog even over de kermis te lopen, dat is immers om de hoek! Waar me vroeger geen attractie te wild of te hoog was, kijk ik nu met een samentrekkende maag naar alle schudmachines. Flash forward: “mam, ga je mee in de Break Dance? Eh, nee lieverd. Mama wordt al kotsmisselijk door er alleen maar in de buurt te staan.” 

Wel besluit ik om ons drieën te trakteren op een ritje in het ‘spookhuis’. Een spookhuis met karretjes heb ik op de één of andere manier altijd fascinerend gevonden. Ik betaal 2,50 per persoon (omg, duur) en we stappen naar de karretjes. “Hoi meiden! Jullie kunnen met maximaal twee mensen in één karretje.” Ik offer me op: “oké, ik ga wel in m’n eentje, dan kunnen jullie achter mij zitten!” De man kucht even en geeft aan dat het wel single karretjes zijn. HAHAHA. Oké, vooruit. Daar ga ik dan, in m’n eentje. Het moet er vast heel geinig uitgezien hebben. Het spookhuis zelf was zeer voorspelbaar, maar zeker vermakelijk. Na zo’n anderhalve minuut kwam ik sneu in m’n eentje de klapdeuren weer door. De man keek me heel schattig aan: “je moet eigenlijk ‘s avonds gaan meis, dan lopen er ook mensen door het spookhuis die je dan laten schrikken. – O nee hoor, helemaal prima zo!” In de verte hoor ik een gesmoord gilletje van mijn zus (HAHA, bange poeperd) en even later komen de meiden weer tevoorschijn. LOL!

We maken het rondje kermis af en op een gegeven moment komen we op het punt waar we allemaal weer onze eigen kant op gaan: of naar de garage, of naar huis. Om even afscheid van elkaar te nemen, stoppen we even. Op het laatste moment zie ik dat er twee mensen achter ons lopen, dus ik los het snel op door keihard “PIEP PIEP PIEP” (à la een vrachtwagen) te roepen om zo aan te geven dat wij even halt gaan houden. De man achter ons búldert het uit van het lachen, waardoor wij ook alledrie in de lach schieten, hahaha. Waar ik stiekem een geërgerde reactie om ons plotselinge halthouden had verwacht, was deze reactie zó leuk! Made my day. Dit en het spookhuis.