Creatief gamen

Claustrofobie. Liftangst. Nee, dat is iets waar Laura en ik gelukkig geen last van hebben. Vroeger ook niet, trouwens. Ik kan me nog een dag herinneren waarop we vrij fanatiek gebruik maakten van de lift. We moeten een jaar of tien zijn geweest en we waren die dag op visite in het ziekenhuis. Een ziekenhuis is nou niet bepaald een plek waar je je als kind helemaal kunt uitleven, dus soms moet je het zelf een beetje leuk maken. Nou, dat deden we. “Eerste verdieping. Tweede verdieping. Derde verdieping. Tweede verdieping. Derde verdieping.” De ‘liftstem’ werd nog net niet schor door ons. Het moet er komisch uit hebben gezien, twee dezelfde meisjes, flink aan het giechelen in een lift. Want we hadden regelmatig bezoek in ‘onze’ lift, zeker! We probeerden ook andere liften uit en kwamen dan op gangen die we nog niet kenden. Er waren liften met stoeltje, zonder stoeltje, met spiegel, zonder spiegel. Rode liften, blauwe liften. Toch was er die dag een moment waarop de lift ineens wel erg lang bleef hangen tussen twee verdiepingen in. Oh nee. “Eh, volgens mij zit hij vast.” Goh. “We moeten op de alarm knop drukken denk ik. Wil jij dat doen?” Eigenlijk durfden we allebei niet zo goed. Uiteindelijk drukte dan toch één van ons heel stoer op de bel. “Mevrouw, we zitten vast in de lift.” Hoe vaak zou de liftmevrouw al opgebeld zijn door een jong meisje? “In welke lift zit je?” Dat was een ingewikkelde vraag. “Eh, de rode?”

Ik weet niet hoe lang we hebben moeten wachten tot we ‘gered’ waren, maar ik weet nog wel heel goed dat ons avontuur daarna voorbij was. Geen gespeel meer. Alleen nog maar functionele liftbezoekjes.

Bekijk bericht

Looks isn’t everything

Onder de indruk kijk ik naar een jongetje op het plein van de peuterspeelzaal. Hij draagt een colbertje en een bloesje en ziet er allerschattigst uit. Dan komt een vriendje op de driewieler langsgescheurd. Monsieur colbert weet er wel raad mee en duwt het jongetje hard in zijn zij. Met driewieler en al kiepert hij omver en het colbertje staat er een beetje bij te lachen. De juf komt gauw aangerend en helpt het jongetje met zijn wagen overeind. Verbaasd kijkt hij om zich heen: what just happened?

Het colbertje krijgt op zijn kop en de chauffeur toert weer verder. Wat een baas. Ik ben fan.

Silence, s.v.p.

Met bruut geweld wordt er naast mijn werkplek met papieren gerommeld. Ik probeer rustig te werken, maar ik word er flink door afgeleid. Ik besluit het te laten gaan, misschien houdt hij er zo mee op.

Even later is dit ook het geval: hij houdt zich weer stil. Rustig gaan we allebei aan de gang met ons eigen werk. Ik had natuurlijk beter moeten weten. Opnieuw begint hij druk met de papieren te rommelen: het is alsof hij een deadline moet halen. Ik werp een geërgerde blik zijn kant op en hij kijkt me betrapt aan. Voor even lijkt het te werken. Vervolgens begint hij vrolijk opnieuw en ik verlies mijn geduld. Ik gris het blaadje uit zijn handen en gooi een bolletje wol naar hem toe.

In stilte speelt hij vervolgens verder, mijn lieve kat.

Dekselse spelletjes op Texel

“We kunnen ook stoppen hoor!” zeg ik vriendelijk maar triomfantelijk tegen mijn zus, die nu samen met mij nog over is nadat ik haar vriend net failliet heb gemaakt. “Nee, nu gaan we door ook hoor!” zegt ze. Ze heeft nog wat honderdjes in haar hand en houdt moed. In de rondes die volgen, bouw ik hotels op de Kalverstraat en Leidsestraat, poets ik mijn hotels in Arnhem nog eens op en shop ik her en der nog wat leuke huisjes. Mijn positie is gunstig en ik heb er dan ook flink lol in!

[15 minuten en een pizza later]

“We kunnen ook stoppen hoor!” imiteert mijn zus mij op haar beurt triomfantelijk, nadat ik op pijnlijke wijze afscheid heb genomen van mijn geliefde hotels. Stomme vrij parkeren. Stomme belasting waar ze steeds op kwam in plaats van mijn hotels. Stom zeg, zo’n mazzelspelletje. Haar vriend werpt me een veelbetekenende blik toe.