“Ja, want dat is handig”

Na een lange werkdag ga ik nog even naar de supermarkt. Hop, snel de winkel in, die volle schooltas hoef ik niet helemaal mee zeulen. Doelgericht de boodschapjes pakken (vanavond wordt het pasta penne met zalm en broccoli) (en het brood en de boter waren op) (en brie is ook lekker). Dan door naar de kassa. Twijfelen of ik een tasje moet pakken. Nee, het past allemaal wel in mijn armen. Na het afrekenen met de spullen naar de auto strompelen. VALT PRECIES DE PASTA, het enige product dat echt kan breken. De boodschappen op de bijrijderstoel dumpen en dan lekker naar huis.

En dan hè. Dan komt de echte struggle. Ik heb de auto voor de deur geparkeerd, hooguit twee meter lopen. WAAROM vind ik het dan nodig om alles in één keer mee te nemen? Waarom niet twee keer lopen? Jas om mijn schouders knopen, handtas aan mijn schouder, schooltas op mijn rug, losse boodschappen in mijn armen. Er bij de voordeur achter komen dat ik de huissleutel nog niet uit mijn handtas heb gepakt. Brood mag even leunen op de vensterbank (ieuw, spinnenweb). Sleutel gevonden, moeilijk pielen om hem in het slot te krijgen omdat de broccoli en zalm niet handig in mijn hand liggen.

Eindelijk binnenstappen, katten als een idioot aan het miauwen waarom het zo lang duurt. Sjok sjok, tussendeur open, struikelen over de katten en dan eindelijk de tafel bereiken, waar ik alles met een flinke PLOF op smijt. Ernaar kijken en mezelf afvragen waar ik eigenlijk mee bezig ben met m’n nepefficiëntie.