Lichtelijk gênant

Vandaag heb ik mijn auto weer opgehaald bij de garage. Zoals je in een eerdere blog misschien al hebt gelezen, waren zijn rooie oogjes (remlichten) tijdelijk niet open. Vanmiddag ben ik dus vol trots en weer veilig remmend door het leven gegaan. Wat een verademing is dat dan toch, als iets dat heel vanzelfsprekend kapotgaat en het daarna weer werkt (net zoiets als dat je buikpijn weer overgaat).

Die avond moet ik nog even wat boodschappen doen en ik besluit om mijn auto te parkeren voor een grote winkelruit. Bips in de weerspiegeling. Terwijl ik heb geparkeerd, trap ik enthousiast op de rem. Meteen beginnen de lampen te blozen: wow, dat ziet er goed uit! Ik haal de auto van de handrem en zet mijn auto in z’n achteruit. Direct beginnen kleine, witte lampjes op te gloeien. Leuk spelletje dit!

Op het moment dat ik met mijn richtingaanwijzers wil gaan spelen, besef ik waar ik mee bezig ben en stap ik toch maar uit. Gelukkig heeft niemand het gezien.

Na het boodschappen doen stap ik weer in mijn auto. Op dat moment zie ik echter wat bewegen achter de ruit: blijken er allemaal bouwvakkers nog aan het werk te zijn! Zonnebril op en gaan.

Autoritje

“Hoo!” Ik hoor mezelf een kreetje uitslaken en ik kijk in mijn achteruitkijkspiegel. Niks aan de hand gelukkig, wel even beter opletten de volgende keer.

Na een paar minuten sta ik voor een stoplicht te wachten en de motorrijder die achter me reed, komt naast me staan. Hij klopt op het raam en ik schrik van deze actie. Oldskool draai ik mijn raam omlaag en ik zeg hem gedag.

“Hoi, je remlichten doen het niet meer.” Ik schrik van deze opmerking, dat is nog eens gevaarlijk! Ik bedank hem vriendelijk voor het doorgeven: zo kan ik actie ondernemen.

Inmiddels is de garage gebeld en staat de afspraak gepland. Stiekem duim ik natuurlijk dat er alleen een draadje is losgeschoten bij de hoge drempel waar ik zojuist overheen vloog.