Probeer dan maar je lach in te houden

Het is vrijdag 23 februari, de laatste lesdag vóór de voorjaarsvakantie. Slecht als ik ben heb ik in het allerlaatste uurtje van een klas een rekentoets gepland. Héérlijk. Niet per se een leuke afsluiting voor de leerlingen, maar voor mij zeer relaxt.

De rekentoets maken de leerlingen op de computer. “Als je klaar bent met de toets, ga je verder oefenen met hoofdstuk 11. Heb je een vraag, dan steek je je vinger op. Heel veel succes!” Na tien minuten steekt een leerling haar vinger op. Ik ben enigszins verbaasd, deze leerling vraagt namelijk nóóit wat. Ze is meer van het mopperen. “Ja?” vraag ik haar. “Het is toch ‘het’ figuur?” vraagt ze me bozig. Ze wijst naar haar scherm waar staat: “op de figuur kun je zien dat ……” Ik moet in mezelf lachen – niet per se een noodzakelijke vraag om te stellen tijdens de toets – en vertel haar dat het in deze context toch echt ‘de’ moet zijn. “Oké.” Ze gaat weer door.

Bekijk bericht

“Wat is de helft van drie vierde ook alweer?”

De bel gaat en de leerlingen racen het lokaal uit: ook voor hen is het weekend. Een paar jongens staan nog met ingespannen gezicht om een computer heen. Ik loop naar ze toe en verwacht iets ‘illegaals’ (lees: alles behalve de rekenwebsite) te zien. Waarom zou je anders ná de bel op vrijdagmiddag nog in het lokaal blijven? Niets is minder waar: de jongens staan écht met z’n vijven naar het rekenprogramma te staren. “Jongens, afsluiten, het is weekend!” Ik verwacht dat ze meteen in actie komen. Weer een verkeerde aanname. “Nee mevrouw, ik moet nog maar drie breuken uitrekenen en dan heb ik hem af! Nog heel even!” Ik moet lachen. Ik meen zelfs een verse zweetlucht te ruiken. Fanatiekelingen. Even hoop ik dat deze leerlingen het hele jaar zo enthousiast blijven van de rekenwebsite, maar ook dat zal wel een verkeerde aanname zijn, haha.

Bekijk bericht