Pianoles

(Tijdens de basisschool) Al een paar jaar zit ik op pianoles. Om de week, op de dinsdagmiddag. Mijn zus gaat op de andere week. Elke keer als het ‘mijn’ beurt is, word ik lichtelijk nerveus. De pianojuf kan best streng zijn en ik ben niet bepaald een natuurtalent. Ik kan het best hoor, melodietjes spelen en het goede ritme aanhouden. Het klinkt allemaal best leuk en ik heb er op zich ook wel plezier in. Maare… noten lezen… oei oei oei. Ik bak er niks van. Op de één of andere manier komt het maar niet in mijn hoofd. Toegegeven: ik heb er nooit echt een flinke studie van gemaakt, maar het blijft gewoon een beetje onlogisch in mijn hoofd. Flink gebluf dus altijd.

“Vandaag gaan we met een nieuw liedje beginnen! Probeer maar.” De horror. Dat het zweet je uitbreekt. Welke noot is dit ook alweer? Eh, wacht ik ken de C. Die zit daar. Even tellen, één, twee, drie, vier omhoog.. Ok dan is dit de G. Op goed gevoel mik ik op de eerste toets. De pianojuf knikt bemoedigend. Ok, het begin gaat goed. Een beetje herhaling, veilig bij de G. Ik speel verder en het gaat best redelijk, totdat het liedje verandert en de noten ineens omhoog schieten. Ik heb geen tijd om te tellen en ik beweeg mijn vingers een paar toetsen naar rechts. Het klinkt nergens naar. Nog een paar keer probeer ik het opnieuw, maar ik val behoorlijk door de mand. “Stop maar, Laura! Ik speel het wel even voor…” Pfieeuw, gered. Naspelen kan ik wel. “Denk je om de vingerzetting?” Afkeurend kijkt ze hoe ik met mijn vingers over de toetsen rommel. “Twintig minuten per dag oefenen hè, doe je dat netjes?”

Thuis speel ik die avond als een malle. Twee weken later stap ik weer zwetend op de fiets.

Bekijk bericht