“Fijne dag, hè!”

“Doei, werkse!” Ik zit op de wc en m’n vriend zegt me vanaf de gang nog een laatste keer gedag deze ochtend. “O enne.. Darcy heeft gekotst. Doeiiii!” Fijn. Lekker wakker worden. Toch mag ik niet mopperen, want ik kan een half uur later vertrekken!

Ik ontbijt, kleed me om en maak mijn lunchpakketje klaar. De ochtendroutine zit er goed in en om 07:50 zit ik op de grond in de gang mijn veters te strikken: klaar voor vertrek. Dan rinkelt er een alarmbelletje: ik ben de kots vergeten op te ruimen. Mijn hart begint sneller te kloppen. Nee hè, het zal toch niet?! Ik spring op en kijk naar de achterkant van mijn broek. Geen kots. Hoe flik ik het om precies midden in de kots-area te gaan zitten?

Hulde voor hongerige katten dan maar!