Het is bijna etenstijd wanneer mijn vriend en ik thuiskomen van een -voor mijn doen best lange- fietstocht. We besluiten om nog heel even op het dakterras te gaan zitten voordat we gaan koken. “Biertje?” Mijn vriend antwoord dat hij liever spa rood heeft. Ook prima. Zelf pak ik een Apple Bandit (ik hou echt totaal niet van bier, tenzij er een lekker smaakje aan zit) en ga naar buiten.
Twintig minuten later gaan we weer naar binnen om toch maar aan het eten te beginnen. We spreken af dat mijn vriend de asperges, aardappelen en eieren klaarmaakt en dat ik de curry voor morgen alvast ga maken. Op maandag ben ik vrij laat thuis van mijn studie en dan is het heerlijk als het eten al klaar is.
“Ho!” Ik laat mijn snijplank vallen. Wanneer ik hem even af wil spoelen, bots ik tegen mijn vriend op. “Sorry!” Ik pak de aubergine uit de koelkast, snijd een deel van het kontje af en begin hem in kleine stukjes te snijden. Ook dat gaat niet erg soepel. Net op het moment dat mijn vriend de vaatwasser doet, schieten er 3 stukjes aubergine in het bestekbakje. “Oeps!” Ook tijdens het roeren in de pan vallen er nog wat stukjes op de grond.
Volgende keer moet ik op zo’n dag dat we weinig eten en veel bewegen misschien mijn drankje uitstellen tot ná het eten. Overigens ging het eten van mijn Magnum dan wel weer opvallend soepel. Prioriteiten….. 😉