Identiteitsprobleem

“Kijk, een ooievaar!” Zwijgend kijken we naar de mooie ooievaar die soepel over het water scheert.

Even later landt hij op het gras. Enthousiast zeg ik: “Kijk, hij heeft ook een baby!” Naast de ooievaar staat inderdaad een schattig, kleiner exemplaar.

De vriend van mijn zus barst in lachen uit: “dat noemen we ook wel een reiger.” Binnen één seconde voel ik mezelf afzakken van Freek Vonk naar Dom Blondje. Hoe kan ik een huis-tuin-en-keuken reiger nou niet herkennen?

Wanneer we dichterbij komen, hoor ik mezelf toch nog triomfantelijk “zie je wel!” uitkramen. Het dier waar wij naar kijken is wel degelijk een baby ooievaar. Met zijn donzige, donkere lijf begint hij echt al een beetje op zijn vader te lijken.

De reiger verderop bedank ik hartelijk voor zijn medewerking.