Nooit saaie momentjes

Olympisch schoonspringen op tv

Ik zou sowieso in het water vallen voordat het fluitsignaal is afgegaan.

Lipstick-leek

Rode tandenborstel, rode glazen, niet meer zo’n rode mond.

Suïcidaal op de trap

Een vlieg die het concept traplopen niet begrijpt en bij elke stap die ik omhoog zet ook steeds een trede beklimt, vluchtend voor mijn voet. Dit steeds gepaard met een zoemgeluidje. Vijf keer op rij belandt hij precies op de landingsbaan van mijn Birkenstock (maat 42) en kan ik hem nét ontwijken.

Topjob

De conciërge van de Olympische Spelen mag dan zo’n jacuzzi vol met snotjes van de uitrustende synchroonzwemmers schoonmaken. Olympische Snotjes.

Koken

Zeepsop over mijn zojuist gesneden groenten heen gooien en besluiten om dit voor me te houden, omdat er anders niemand meer bij me komt eten.

Rage-gevoelig

In gedachten wel eens Pokémonballetjes naar de katten gooien.

Proesten in Praag

Al een paar dagen lopen we rond in het centrum van Praag. We zijn zeer gecharmeerd van al het moois, het is echt prachtig! Zo komen we langs sprookjesachtige wateren, imposante bruggen, kerken en grote gebouwen.

Ondanks al het moois raken we toch nog steeds het meest afgeleid door de ‘gewone’ zaken.

“Wat drijven daar nou, boterhammen?”

Wat later staren we naar een ontzettend magere beveiliger van zo’n twee en een halve meter lang. “Die man lijkt op een potlood!”

Ook in de discotheek is er weinig van de Praagse sfeer te proeven wanneer we overal Nederlanders tegenkomen. Niet te missen. Op een gegeven moment komt er een blond exemplaar naast me staan. “Zo, jij zit zeker nog op het vwo?”

Goeie dagcrème.

Ondertussen in de sloot

Vanmiddag gingen er toch een paar papa’s tegenover elkaar tekeer! Vier donzige, boze meerkoeten. Met hun veren recht omhoog en hun borst ver vooruit beukten ze elkaar bijna tot paté. De kinders waren het blijkbaar wel gewend: die zwommen rustig rondjes rondom hun badass op-paraplu-lijkende papa’s.

Collecteren

Ting dong. PLOF. Achter de deur klinkt een doffe klap. Slof, Slof, slof. De deur gaat open. “Hallo, ik collecteer voor het Rode Kruis!” De vrouw draagt een soort klompen die ze net vanaf de bank op de grond heeft gelanceerd. “Ja, natuurlijk! Ik pak even een centje voor je.” De deur laat ze open en ik gluur stiekem een beetje naar binnen in de gang. Wat heeft ze het leuk ingericht! Grappig hoe iedereen dat dan weer anders doet. “Dank u wel hoor en nog een fijne avond!”

Ting do.. mijn getring verstomd. O god. O god. Ik heb zojuist half aangebeld bij een deur waar ‘geen collecte’ op staat. Ik kijk naar mijn bus waar met grote letters “Rode Kruis” op staat. Valt niet weg te moffelen. Angstig kijk ik naar het kijkgaatje in de deur: staart er iemand naar me, denkend dat ik een debiel ben die niet kan lezen dat collectes niet welkom zijn? Gelukkig, het blijft stil. Ik loop een paar passen achteruit en houd het kijkgaatje nog wat wantrouwend in de gaten. Oké, de kust is veilig.

Bekijk bericht

Lol in de straat

Samen met mijn zus loop ik in de straten van Alkmaar. We zijn onderweg naar een Grieks restaurant waar we vanavond een bedrijfsuitje hebben. Zoals altijd kletsen we over van alles en nog wat. Een vrouw loopt schuin voor ons en heeft precies hetzelfde tempo als dat wij hebben. Zo’n 300 meter lopen we gelijk op, totdat de vrouw ineens naar rechts schiet: “o oeps!” Giechelt ze een beetje in zichzelf. Ha! Deze dame was duidelijk aan het meeluisteren, want ze liep zo haar eigen huis voorbij!