Na het fantastische schildpadden avontuur worden we weer afgezet in Kalibaru. We verblijven dit keer in een ander hotel, waar ons uitzicht ook al zo adembenemend mooi is. Geen probleem! We blijven hier echter niet al te lang, vanavond worden we om 0.00 opgehaald om de Ijen vulkaan te gaan beklimmen. Het voelt stiekem een beetje “Pretty Woman” achtig om alleen een hotelkamer voor overdag te boeken, maar het is heel fijn om ‘s middags even een tukkie te kunnen doen.
Om 2.00 arriveren we bij de voet van de Ijen vulkaan, die nog steeds actief is. Met een gids (wat een kletskous!) lopen we naar boven. De steile hellingen in combinatie met het constante gebrabbel maken het een vrij pittige tocht, maar het uitzicht onderweg is prachtig. De gids is van de grapjes (look, they call that mountain the girls mountain), wijzend naar zijn eigen borst. Ook roept ie tegen onze flink zwetende achterburen dat ze er bijna zijn (not!) en doet hij een gasmasker geluid na bij alle mensen die er zo eentje dragen. Naast de grapjes vertelt hij ons ook mooie verhalen over de mijnwerkers, zijn familie en zijn geloof. Vlak voordat de zon opgaat, is het tijd voor zijn gebed. Bijzonder om daar naast te zitten!
Na het prachtige turquoise meer en het blauwe vuur gezien te hebben, lopen we weer terug naar beneden. Een van ons struikelde bij de afdaling (we noemen geen namen), waardoor de broek van m’n vriend helemaal smerig was geworden. De gids vond het allemaal prachtig.
Het is echt opvallend hoe vrolijk en beleefd de Indonesiërs zijn, niets is te gek! Zo worden we die ochtend om 08.00 opgehaald door ‘Hairy’ die ons wel eventjes naar Ubud op Bali gaat brengen. We reizen een uur naar de veerboot, we varen ruim een uur en rijden daarna nog eens vier uur naar onze bestemming. Na die reis was ik toch wel erg blij dat we er eindelijk waren, maar Hairy moest direct dezelfde route weer terug. Even vrolijk als hij ons die ochtend begroette, zei hij ons ook weer gedag. En dat voor een schetenprijs, respect!
We leren snel dat Bali heel anders is dan Java. Waar je in Java echt nog wel op bepaalde plekken een uitzondering bent als toerist (lees: tig keer op de foto met locals), kijken de Balinezen niet op van die lange reuzen uit Nederland, tenzij ze de indruk hebben dat ze je wel een taxi aan kunnen smeren. Die indruk hebben ze vrij vaak, trouwens. Een groot voordeel van hef toch wel veel toeristischere eiland is dat het centrum heel erg leuk ingericht is. Wat is het hier mooi en relaxt! Het is wel errug druk op straat. Soms heb ik het vermoeden dat Bali helemaal niet zo heet van zichzelf is, maar dat de uitlaten van scooters en auto’s de temperatuur flink omhoog gooien, haha. Velen lopen dan ook rond met mondkapjes. We zagen een man met een hello kitty kapje, stond ‘m erg stoer!
In Ubud verblijven we vier nachten, de langste ‘stop’ van onze reis. Ben benieuwd!
Jullie conditie staat op tophoogte, letterlijk en figuurlijk. Nachtelijke en overdagse expedities in de klamme hitte—tjonge! Maar hoe prachtig allemaal (op de vieze broek van zeker iemand na, na struikelpartij🤦♀️😀😜)
Worden jullie op Bali ook belaagd door dat ‘Mister mister, wanna buy, mister mister you come in my sop (shop)’???
Nog veel verwonderends gewenst!