Boekenhumor #4: Harry Potter en de Vuurbeker

1. Harry krijgt een brief van Ron over het WK Zwerkbal

Harry – PA HEEFT KAARTJES. Ierland tegen Bulgarije, op maandagavond. Ma gaat je Dreuzels schrijven om te vragen of je mag komen logeren. Misschien hebben ze de brief al gehad. Ik heb geen idee hoe snel Dreuzelpost gaat, maar ik dacht, laat ik toch maar een briefje sturen met Koe.

Harry staarde naar het woordje ‘Koe’ en toen naar het piepkleine uiltje dat nu rond de lamp aan het plafond zoefde. Hij had nog nooit een dier gezien dat minder op een koe leek.

We komen je gewoon halen, of die Dreuzels het nou goedvinden of niet! Als ze ja zeggen, stuur Koe dan meteen terug met je antwoord en dan komen we je zondagmiddag om vijf uur halen. Als ze nee zeggen, stuur Koe dan ook meteen terug en dan komen we je zondagmiddag om vijf uur ophalen.

 2. Twee collega’s van het Ministerie van Toverkunst spreken elkaar op het WK Zwerkbal

‘Schuif een pol gras bij, Barto,’ zei Ludo opgewekt en hij klopte op de grond. ‘Nee dank je, Ludo,’ zei Krenck en er klonk het nodige ongeduld door in zijn stem. ‘Ik was al een tijdje naar je op zoek. De Bulgaren staan erop dat we twaalf extra stoelen plaatsen in de Topbox.’ ‘O zaten ze daarover te zeuren?’ Zei Bazuyn. ‘Ik dacht dat die kerel een neusharenknippertje wilde lenen. Hij had nogal een sterk accent.’ ‘Meneer Krenck!’ zei Percy Wemel ademloos en met een soort permanente halve buiging, waardoor het leek alsof hij een bochel had. ‘Wilt u soms een kopje thee?’ ‘O,’ zei meneer Krenck, die Percy verbaasd aankeek. ‘Ja – dank je, Wezel.

3. Harry is bij de familie Wemel en ze praten over Dwaaloog Dolleman

‘Hoorde ik iemand Dwaaloog zegen?’ vroeg Bill. ‘Wat heeft hij nu weer uitgespookt?’ ‘Hij beweert dat gisternacht iemand bij hem probeerde in te breken,’ zei mevrouw Wemel. ‘Dwaaloog Dolleman?’ zei George bedachtzaam terwijl hij marmelade op zijn brood smeerde. ‘Is dat niet die halvegare –‘ ‘Je vader heeft toevallig een heel hoge dunk van Dwaaloog Dolleman,’ zei mevrouw Wemel streng. ‘Ja oké, maar pa verzamelt stekkers.’

Bekijk bericht

Zo’n oerkreet die je dan nét niet wilt horen

Ik krijg het warmer en warmer. Shit, waarom schrijft mijn buurvrouw zo veel op? Ik heb nét aan drie regels weten te produceren. “Dames en heren, jullie hebben nog 30 minuten.” Oh no..

“Zo, deze was pittig he!” Met rode gezichten van de inspanning lopen we naar buiten. “Wat een rottentamen.” Gelukkig duurt het meestal een maand voordat je je cijfer krijgt. Precies een week later krijg ik mijn cijfer. Goh, dat is snel.. “Jaa.. deze is niet helemaal gelukt”, vertel ik mijn vriend. Geen probleem verder hoor, ik kan hem gewoon herkansen. Het is alleen een heel klein beetje jammer dat die herkansing precies één dag na mijn vakantie naar Indonesië plaatsvindt. Ach ja, dat zien we dan wel weer.

In Indonesië heb ik heerlijk genoten en natuurlijk veel te weinig aan mijn hertentamen gedaan. Op de dag van het tentamen ga ik thuis snel aan de gang. Terwijl ik een oefenvraag bestudeer, ontsnapt er een oerkreet uit mijn mond. Maar dan niet zo’n ‘EUREKA-kreet’, meer zo’n geluid alsof ik te horen krijg dat ik nooit meer chocola mag eten. Terwijl ik daar juist nu zo’n behoefte aan heb. “Kijk, dat zijn de geluiden die je wilt horen een paar uur voor je tentamen,” merkt mijn vriend droogjes op. Thanks, really helpful.

Bekijk bericht

En jij bent goed met taal? ;)

Ik ben bij mijn ouders thuis, waar ik gezellig met mijn vader heb gegeten. Na het eten springt de kat van mijn ouders bij mijn vader op schoot. Hij draait twee rondjes en gaat dan lief liggen. Mijn vader kijkt hem aan en zegt zacht tegen hem: “Ja je bent al 15 jaar hè, je gaat nog maar een paar jaartjes mee.” Ik kijk mijn vader verontwaardigd aan en roep: “nou ja, dat zeg je toch niet!” Mijn vader kijkt me niet-begrijpend aan, waardoor ik aan mijn oren begin te twijfelen. Aarzelend vraag ik: “eh, wat zei je eigenlijk precies?” Mijn vader herhaalt: “Ja je bent al 15 jaar hè, ga nog maar een paar jaartjes mee!”

Oepsie.

Maaltijdvoorbereidingen

“Ik eet morgen niet thuis hè!” Mijn vriend en ik zitten op de bank en bespreken wat we allemaal te doen hebben de komende week. “Nee prima, ik zag nog een braadworst in de vriezer liggen, dan eet ik die morgen wel!” Ik kijk enigszins verbaasd. “Braadworst? Hebben we die dan?” Mijn vriend moet lachen. “Nou, kennelijk hebben we die laatst gekocht, of was hij overgebleven bij een barbecue. Hij ligt er toch echt, ik heb ‘m alvast uit de vriezer gehaald.”

De wekker gaat vroeg en m’n vriend gaat uit bed. Terwijl ik me nog een keer omdraai – ik heb nog twee weken vakantie – hoor ik ineens een HUH en vervolgens keihard gelach uit de keuken. M’n vriend loopt de slaapkamer in met een zakje drap. “Wat is dat?!” Het ziet er zeer onsmakelijk uit. “Weet je nog, die braadworst? Blijkt dus een bevroren banaan te zijn, haha!”

Terschellinger moments: de supermarktjongens

Ondanks dat ‘het’ algemeen bekend is, ervaar ik op de boot naar Terschelling wel weer even een “oja, dat is ook zo!”-momentje.

“Zullen we hier gaan zitten?” Mijn vriend wijst naar een bankje met een tafeltje. “Ja prima!” We ploffen neer en schuiven onze tassen onder de tafel. Het is zo’n twee uur varen naar Terschelling. Blij pak ik mijn boek erbij: lekker weer verder lezen! (Inmiddels ben ik bij Harry Potter en de Vuurbeker beland).

De boot zal over een klein kwartiertje vertrekken en het stroomt nog steeds vol met mensen. Al gauw zijn ‘ze’ overal. De Appelhofjeugd. Met grote groepen zitten ze bij elkaar, blikjes Red Bull op tafel. Lachen en stoer doen. Kijken naar de meisjes aan de overkant. Ik voel me nog net iets te jong om met een vertederde docentenblik hun kant op te staren, maar ze doen geen vlieg kwaad en het is leuk om te zien hoeveel lol ze hebben. De meisjes aan de andere kant hebben de boys ook opgemerkt en er wordt wat afgegiecheld.

De hele week zien we ‘ze’ overal op het eiland opdoemen. In taxi’s worden ze rondgereden, met winkelwagentjes sjokken ze over straat en in de supermarkt vind je ze vooral bij de drank- en chipsafdeling. Ondanks dat ze best luidruchtig zijn, gedragen ze zich prima en het is nog altijd leuk om zo’n groepje ‘in actie’ te zien.

Zo stonden wij op een middag in de rij bij de kassa. Mijn vriend met een afgeladen mandje in zijn hand, ik met kant-en-klare pannenkoeken. Ietwat afwezig staar ik naar de rij. Ik ben iets vergeten. Wat zijn we vergeten? O! Ik weet het! Net op het moment dat ik tegen mijn vriend wil zeggen dat ik nog even mijn favoriete chocola (iets met vakantie en primaire levensbehoeften…) ga halen, stoot hij me aan en wijst hij naar rechts. “Huh, wat is er?” Verbaasd draai ik mijn hoofd naar rechts en ik kijk in het lachende gezicht van een jongen van een jaar of 16. “Goajedieoakandetetstokkehange?” Zwijgend staar ik hem aan en vervolgens schiet ik in de lach: “sorry, wat zeg je?” Ik spits mijn oren, maar ik versta hem nog steeds niet wanneer hij zijn ‘boodschap’ herhaalt. “Ehh, kun je dat nog een keer zeggen?” Hij articuleert nu luid en duidelijk. “Ga je die ook aan jullie tentstokken hangen?!” Hij brult het uit van het lachen en gebaart naar datgene wat hij in zijn hand heeft. PING, het kwartje valt. Hij draagt hetzelfde pak met kant-en-klare pannenkoeken.

Bekijk bericht