9 jaar samen! – Tijdbalk

Zaterdag 20 september 2008: “eh Laura, vandaag is de verjaardag van mijn zus. Hoe zal ik je aan iedereen voorstellen? Als mijn vriendin?”

2009: Ons eerste weekendje weg samen, naar een hotel in Nijkerk!

2010: Leuke familiedingen. Een bruiloft en het leuke nieuws: “jullie worden oom en tante!”

2011: “Jeeeej ik mag eindelijk mee naar Sensation!”

2012: 4 jaar alweer, wat maken we toch veel mee.. Zo ook onze gezinsuitbreiding met James en Darcy!

2013: Het is leuk met jou! Etentjes, feestjes, familieavondjes, vakanties, De Efteling…

2014: “Ja! Wij gaan samenwonen!”

2015: “Schat? Ik ga 7 maanden in Duinkerke wonen, goed?”

2016: Onze eerste verre vakantie, naar Bali!

2017: “ONS BOD IS GEACCEPTEERD!!”

Nine years and counting. Op naar een mooie toekomst in ons nieuwe huis!

Bekijk bericht

Nou, doe mij maar zweetlucht!

Sinds een paar weken hebben we de kortere workouts ontdekt bij de sportschool. Binnen een half uur train je op een effectieve manier je hele lichaam, daarna kun je vaak nog een buikspierkwartier doen. “Doen we ff, zo’n half uurtje vliegt voorbij”. Haha, wat een beginners denkfout. Die tijd vliegt dus mooi niet! Toch ben ik achteraf altijd heel trots op mezelf.

Zo ook vanavond. Na flink zwoegen en zweten wordt dan eindelijk de mooiste zin die je je maar kunt voorstellen uitgesproken. “Goed gedaan jongens, we zijn klaar!” Lichtelijk duizelig van de inspanning – er wordt niet echt rekening gehouden met het feit dat je een beginner bent – strompel ik naar de kleedkamers. Ik ben alleen, maar algauw komt er een andere vrouw binnengewandeld. We groeten elkaar beleefd en ik begin mijn spullen te verzamelen.

Ook de vrouw heeft overduidelijk hard gewerkt. Dat luchtjes gepaard gaan met sporten, weten we allemaal. Is ook helemaal niet erg, vooral een heel goed teken juist! Toch kan het soms wel prettig zijn om jezelf daarna even op te frissen met een deo of iets dergelijks. Zo moet de vrouw er ook over gedacht hebben. Terwijl mijn duizeligheid langzaam wegebt, zie ik de vrouw een geurtje uit haar tas halen. Ze spuit er een keertje mee. En nog eens. En nog eens. Langzaam maar zeker wordt de kleedkamer omgetoverd tot een parfumerie. Ik weet niet hoe snel ik de kleedkamer uit moet vluchten. En ik maar denken dat er geen sprankeltje energie meer in mijn lichaam zit, ha! Een paar minuten later kijkt ze me wat vreemd aan als ze langsloopt terwijl ik midden in de sportruimte op de grond mijn schoenen zit te verwisselen. Kan ik ergens wel begrijpen: de bankjes in de kleedkamer zitten nét even beter. Het was de laatste blik die we wisselden, ze verdween naar beneden. Haar parfumlucht blijft me daarentegen wel nog lange tijd vergezellen.

Bekijk bericht

Boekenhumor #5: Harry Potter en de orde van de Feniks

1. Harry is thuis bij de familie Duffeling en hij ontvangt een uil. Zijn oom en tante zijn als de dood dat hij nieuws krijgt uit de toverwereld en houden hem tegen.

‘Die uilen… brengen me geen nieuws,’ zei hij toonloos. ‘Ik geloof er geen woord van,’ zei tante Petunia meteen. ‘Ik ook niet,’ voegde oom Herman er gedecideerd aan toe. ‘We weten dat je iets in je schild voert,’ zei tante Petunia. ‘We zijn niet helemaal achterlijk,’ zei oom Herman. ‘Nou, dat is inderdaad nieuws,’ zei Harry, die kwaad begon te worden

2. Harry voert nog steeds een gesprek met zijn oom en tante over de toverwereld.

‘Aha!’ Dus ze kwamen je arresteren!’ zei oom Herman, op de triomfantelijke toon van iemand die tot een onweerlegbare slotsom komt. ‘Dat klopt, hè jongetje? Je bent voortvluchtig!’ ‘Natuurlijk niet,’ zei Harry. Hij schudde met zijn hoofd alsof hij een vlieg wilde wegjagen en zijn gedachten raasden nog sneller voort dan eerst. ‘Waarom –‘ ‘Híj moet ze gestuurd hebben,’ zei Harry zacht, meer in zichzelf dan tegen oom Herman. ‘Wie is hij? Wie heeft ze gestuurd?’ ‘Heer Voldemort,’ zei Harry. Hij besefte vaag hoe vreemd het was dat de Duffelingen, die beefden, trilden en piepten als ze woorden zoals ‘heks’, ‘magie’ of ‘toverstok’ hoorden, zonder een spier te vertrekken naar de naam van de meest verdorven tovenaar allertijden konden luisteren.

3. Vrienden van Harry komen hem halen uit het huis van de Duffelingen, maar willen zeker weten dat het echt Harry is.

‘Harry, wat voor vorm neemt je Patronus aan?’ vroeg Lupos. ‘Een hert,’ zei Harry nerveus. ‘Hij is het, Dwaaloog,’ zei Lupos. Harry voelde zich heel ongemakkelijk door al die starende blikken. Hij liep langzaam de trap af en stopte zijn toverstok in de achterzak van zijn spijkerbroek. ‘Nooit daar je stok stoppen, jongen!’ brulde Dolleman. ‘Stel dat hij vlam vat?’ Zo zijn betere tovenaars dan jij een bil kwijtgeraakt!’ ‘Ken jij iemand die een bil is kwijtgeraakt?’ vroeg de vrouw met het lila haar geïnteresseerd aan Dolleman. ‘Doet er niet toe! Stop je toverstok gewoon nooit in je achterzak!’

4. Nog altijd tijdens dezelfde reddingsoperatie

‘Jullie boffen dat de Duffelingen er toevallig niet zijn…’ mompelde Harry. ‘Toevallig, m’n hoela,’ zei de vrouw met het lila haar. ‘Ik heb ze weggelokt door een brief te sturen ia de Dreuzelpost, met de mededeling dat ze zijn doorgedrongen tot de finale van het Kampioenschap Voor Het Best Onderhouden Gazon In Een Keurige Buitenwijk. Ze zijn nu op weg naar de prijsuitreiking… of dat denken ze tenminste.’

5. Harry is met meneer Wemel onderweg naar het Ministerie van Toverkunst

Zoals altijd wanneer hij Dreuzels in hun dagelijkse omgeving zag, kostte het meneer Wemel moeite om zijn enthousiasme te verbergen. ‘Echt fantastisch,’ fluisterde hij toen hij de kaartjesautomaten zag. ‘Ongelooflijk ingenieus.’ ‘Ze zijn defect,’ zei Harry, die op een bordje wees. ‘Ja, maar toch…’ zei meneer Wemel, met een bewonderende glimlach naar de automaten.

6. Ron heeft zojuist een brief van Zweinstein ontvangen dat hij Klassenoudste is en hij vertelt zijn moeder het nieuws

‘Ron… je bent toch niet….?’ Ron liet zijn badge zien. Mevrouw Wemel slaakte net zo’n snerpende kreet als Hermelien. ‘Ik kan het niet geloven! Ik kan het niet geloven! O Ron, wat fantastisch! Klassenoudste! Nu zijn al mijn kinderen dat geweest!’ ‘Wat zijn Fred en ik dan? De buren?’ zei George verontwaardigd, terwijl zijn moeder hem opzij duwde en haar armen om haar jongste zoon sloeg.

7. Harry zit met een paar niet zo populaire mensen in de trein naar Zweinstein, terwijl Cho Chang, het meisje dat hij leuk vindt, binnenkomt.

‘O… hallo, Harry,’ zei een nerveuze stem. ‘Eh… kom ik ongelegen?’ ‘O… eh… hoi,’ zei Harry wezenloos. ‘Eh…’ zei Cho. ‘Nou… ik wilde even dag zeggen… dus… eh… dag hoor!” Met een blos op haar wangen deed ze de deur weer dicht. Harry liet zijn hoofd achterover zakken en kreunde. Hij had gehoopt dat Cho hem zou zien in gezelschap van ontzettend coole mensen die schaterden om een grap die hij net had verteld; niet in één coupé met Marcel Lubbermans en Loena Leeflang, druipend van het Stinksap en met een pad in zijn hand.

8. Harry en zijn vrienden zijn aangekomen op het station van Zweinstein en worden geacht in te stappen in een koets dat getrokken wordt door onzichtbare paarden. Harry is echter één van de weinigen die de paarden wel kan zien.

‘Zie je de beesten die de rijtuigen trekken niet?’ Ron werd nu blijkbaar echt ongerust. ‘Voel je je wel goed, Harry?’ ‘Ik… ja…’ Harry was volkomen overdonderd. Het paard stond vlak voor hen, massief glanzend in het schemerige licht dat door de ramen van het station scheen. Damp kringelde uit zijn neusgaten in de kille avondlucht. Maar tenzij Ron hem voor de gek hield – en dan was het wel een heel flauwe grap – kon hij het dier niet zien. ‘Zullen we instappen?’ zei Ron onzeker. Hij keek Harry bezorgd aan. ‘Ja,’ zei Harry. ‘Ja, goed…’ ‘Wees niet bang,’ zei een dromerige stem naast Harry, terwijl Ron in het donkere interieur van de koets verdween. ‘Je wordt niet gek, ik zie ze ook.’ ‘Echt?’ zei Harry vertwijfeld en hij keek naar Loena. De vreemde paarden met hun vleermuisvleugels werden weerspiegeld in haar grote, zilverachtige ogen. ‘Jazeker,’ zei Loena. ‘Ik heb ze vanaf mijn eerste dag op Zweinstein kunnen zien. Ze hebben de koetsen altijd getrokken. Maak je geen zorgen. Je bent geestelijk net zo stabiel als ik.’ Met een flauwe glimlach stapte ze in de muffe koets en Harry, die zich niet helemaal gerustgesteld voelde, volgde haar.

Bekijk bericht

Kind, wat doe je jezelf aan?

Op naar de supermarkt, het uitje van de dag! Op een dag waarop je alleen maar moet studeren – ik heb weer eens fantastisch gepland – kan het best een verademing zijn om even je dagelijkse boodschapjes te halen. Ik vind het dan ook geen enkel probleem als ik zie dat ons bakje yoghurt per ongeluk is gecrasht op de supermarktband. Scheelt weer een paar minuten, ha! Rustig aan loop ik terug de winkel in, er staat toch niemand achter ons. De heenweg gaat goed, voor ik het weet sta ik voor het koelvak. Wanneer ik me weer omdraai, lijkt ineens de hele winkel achter mijn vriend in de rij te staan. Oei, opschieten, voordat ze allemaal op mij staan te wachten! In een gangpad kan ik nog net een botsing met een vader en dochter voorkomen. Ik vertraag mijn tempo, want ik kan er niet langs. Al vrij snel heb ik in de gaten dat de terugweg een stuk langer gaat duren. Ik probeer te seinen naar mijn vriend, maar hij kijkt niet. Maar goed ook trouwens, want ik heb geen idee hoe ik het beste “ik kom er aan, maar het duurt wat langer! Dit meisje draagt overduidelijk voor het eerst hakken en ze weet er totaal geen raad mee! Ze loopt alsof ze moet bevallen, wat overduidelijk niet kan als je ongeveer 8 bent!” moet gebaren naar mijn vriend. Nadat ik eindelijk de flessen frisdrank ben gepasseerd, kies ik voor de snelste route. Althans, dat denk ik. Terwijl ik kies voor de snelste route hemelsbreed, heb ik niet in de gaten dat de vleesafdeling in het midden van de winkel doodloopt. En dat hij ook niet echt bedoeld is voor klanten. Het vleesmeisje (is dat een woord?) kijkt me vragend aan, maar ik heb geen tijd om het uit te leggen. Nét op tijd lever ik mijn nieuwe bakje yoghurt in bij de caissière. Dat wordt smullen morgenochtend.

Bekijk bericht

Mini-anekdotes: 10 x Neverdullmoments op Twitter #20

Op Twitter kun je in 140 woorden een mini-anekdote kwijt. Vaak zijn deze berichtjes net te klein voor een volwaardige blogpost, maar samen vormen ze wel een leuk geheel! De afgelopen week Twitterden wij het volgende:

1. James (kat) sprong van mijn schoot toen mevrouw Norks gemeen naar Harry, Ron en Hermelien miauwde. #HarryPotter #samenfilmkijken #nualleen (Laura)

2. Wanneer je de kledingkast vanuit bed verdacht goed scherp kunt zien. #lenzennogin #maarikligalinbed #wilernietuit #zwaarleven (Laura)

3. “Accio lenzenbakje!” Vriend komt vervolgens aanlopen met mijn lenzenbakje, top. #HarryPotter #sommeerspreuk #nerdietweet (Laura)

4. Een vrachtwagen vol met dixies inhalen terwijl je heel nodig moet plassen. #volhouden (Dorinde)

5. Je haar niet wassen omdat dat bij de kapper gedaan wordt. Moet de kapper natuurlijk wel plek hebben :’). #helaas #ganietnogeenkeerdouchen (Dorinde)

6. Genieten van de kleine dingen. #hondendrol #netnietingetrapt #voorgangerwel #uhl (Dorinde)

7. Denk je heel goed bezig te zijn met een sportoefening, roept de instructeur: “geeft niet, ga door!” (Dorinde)

8. Tijdens het tanken je ING app openen om te kijken hoeveel liter je erin kan gooien. #Goeietiming (Laura)

9. Je zou bijna overwegen om op je slippers naar je werk te gaan. #wassen #sokken #kenonne #megaberg (Dorinde)

10. “Ok, dat beetje regen overleef ik wel, op naar de sportschool!” Ik heb wel eens minder gebaald. (…) #kettingeraf #hebikweer #doorweekt (Ingezonden door Thomas) 

Bekijk bericht