Het is maandag: mijn vrije dag! Een perfecte dag om de stapels was bij te werken. Ik stop de was in de wasmachine, geef de katten die me braaf naar zolder zijn gevolgd een aai en ga weer naar beneden. De katten blijven boven.
Na een uur of twee ga ik weer naar zolder om de was uit de wasmachine te halen en om er een nieuwe in te doen. De katten zijn al die tijd boven gebleven en ik ben stiekem wel nieuwsgierig waar ze het zo druk mee hebben. Het wordt pijnlijk -letterlijk- snel duidelijk. Net wanneer ik voor de wasmachine buk om de was eruit te halen, springt Dirk op mijn rug. “Hé, wat gezelaaaaaauw!” roep ik uit. Verontwaardigd kijk ik over mijn schouder naar Dirk, die totaal geen oog voor mij heeft. Verwilderd kijkt hij omhoog naar de vlieg die op het dakraam zit te chillen. Hij doet een aantal pogingen om de vlieg te pakken, wat hem alleen enigszins lukt als hij zijn nagels in mijn rug zet. Aangezien ik nog meer was uit de machine moet halen en wil voorkomen dat mijn rug helemaal open wordt gekrabd, besluit ik de jongens een handje te helpen. Eén voor één til ik ze op om ze bij de vlieg te laten.
De vlieg kan het verhaal helaas niet meer navertellen. In my defence: het was hij of ik!