Sicilië: Taormina

Twee dagen geleden hebben we onze auto geparkeerd in een mini parkeergarage waar we de autosleutel moesten achterlaten. Al snel werd duidelijk waarom: er was zo weinig ruimte dat alle auto’s elkaar wel moesten insluiten. Op die manier kunnen de medewerkers auto’s aan de kant rijden als iemand er ineens uit wil.

Nu, twee dagen later, halen we onze auto weer op. We rijden omhoog (méga steile helling) om weer op de normale weg te komen. Helaas rijdt een auto precies op dat moment de garage binnen, waardoor we weer de helling achteruit moeten. Vooruit is nog te overzien, maar achteruit is echt geen optie door alle geparkeerde auto’s op elk mogelijk stukje ruimte. De medewerker van de garage neemt daarom het stuur over en zet de auto heel soepeltjes op een veilige plek. Respect.

Het is drie uur rijden naar Taormina, onze laatste bestemming. We kiezen voor de route langs zee, waar we achteraf maar een klein deel van hebben kunnen zien door alle tunnels, haha. Bij één tunnel was een grote bermbrand aan de gang, waardoor we door een groot rookgordijn de tunnel in moesten rijden. Blijkbaar kan dat allemaal prima hier ;-).

Onze b&b ligt boven op een berg en de eigenaren zijn super vriendelijk! Wel is Google translate onze beste vriend, want ze spreken geen woord Engels. Mijn taalapp heeft me helaas nog nét niet genoeg geleerd. (‘De ui is in de vis’ kan ik wel zeggen!)

Taormina is mooi, maar zooo druk. We zijn met een kabelbaan (nummer drie al deze week) naar het oude centrum boven aan de berg gegaan. Na ruim een uur zijn we weer teruggegaan en hebben we genoten van een diner op ons eigen terras, verzorgd door de eigenaren. 

Het was een zeer geslaagde vakantie! Wel kijk ik weer uit naar normale, niet zoete ontbijtjes en om zonder te plakken naar buiten te kunnen :-). 

Het alarm

Nou, als je dan terug bent van vakantie is bloginspiratie niet meer zo vanzelfsprekend vanuit je eigen huis! Hoewel… Er was een scène met een blokfluit… Nou ja, dat komt misschien nog.

Gelukkig moest ik naar de drogist!

(…)

Ik heb een bepaalde zeep nodig en ik spring op mijn fiets richting het dorp. Daan heeft mijn banden gisteren opgepompt (super geëmancipeerd) en ik ga als een speer. Ik vergeet altijd wat voor een enorm verschil dit maakt, gisteren zat ik nog flink te puffen.

Bij de winkel speelt er zich op dat moment een grappige scène af. Het is loeidruk bij de kassa’s (alle kassa’s hebben een flinke rij) en iedereen kijkt naar de deur. Een uiterst vrolijke vrouw probeert daar de winkel uit te gaan, maar het lukt niet zonder dat het alarm af gaat. Ik hoor al dingen als “anders probeer je het even zonder je jas, mop,” en “misschien moet je het toch maar opgeven,” waaruit blijkt dat ze al een tijdje aan het zwiepen is met haar tasje. Demonstratief wappert ze met haar buit (een pak zakdoekjes) en het bonnetje naar de kassamedewerkes en het ‘publiek’. “Ja, je hebt betaald! Waarom gaat dat alarm nou steeds af?”

Mensen in de rij komen met eigen anekdotes “nou en toen werd die mevrouw kwaad!” en er ontstaat een beregezellige vergadering. Na nog een paar keer zwiepen roept ze (nadat ze toestemming heeft gekregen) heel hard: “doeg allemaal!” en de rust is weer teruggekeerd. Fascinerend spektakel.

Niet veel later sta ik zelf in de rij voor de kassa. Ben benieuwd. De kassamedewerker scant mijn product (€2) en ik sta klaar met mijn pinpas. Het duurt even voordat ik kan pinnen, dus ik kijk nieuwsgierig op. De medewerker staart in het niets en ik vraag lachend: “alles onder controle? – Ja, ik sta hier niet zo vaak, haha. Dit waren even gekke minuten.”

Nadat ik weer keihard terug ben gefietst, kijk ik direct in mijn voorraadkastjes. Wat zal ik morgen eens kopen? 😉

Sicilië: Palermo

Niet lang nadat we vertrokken zijn uit Trapani gaat het tanklampje aan. We crossen deze week in een fiat 500 en Thomas heeft me eerder deze week vertelt dat deze auto’s heel hoog scoren op de lijst met ‘auto’s met de minste liters in de tank nadat het tanklampje aan is gesprongen.’ Pin me er overigens niet op vast dag dit officiële naam van de lijst is ;-). Normaal struikel je over de tankstations aan de snelwegen, maar hier is dat kennelijk heel anders. Ik kan zeker niet ontkennen dat ik een stuk ontspannender zit na onze tankstop.

In Palermo slapen we in een artistieke b&b, alle kamers zijn in stripfiguur stijl. Wij slapen in Popeye, haha. Mijn stappenteller draait overuren deze twee dagen, ondanks dat we best wel heel centraal zitten! We bezoeken allereerst de kathedraal, waar ik een soort blauwe overal over mijn hemdje en korte broek heen krijg. Lekker warm. Vervolgens bezoeken we the Royal Palace. 

De volgende dag gaan we naar ‘de meest lugubere attractie’ van de stad: de catacomben. Eerder deze week hebben we dat ook al gedaan in Siracusa, maar daar waren de graven leeg. Hier word je echter vrolijk (ja echt, brede smiles gespot) aangestaard door ruim 8.000 gemummificeerde mensen. Het is grappig om te merken hoe snel het went om daar doorheen te lopen, terwijl het stiekem toch best creepy is. Er gingen ook vrolijk kindjes naar binnen, ik denk niet dat ik dat zelf gedaan zou hebben.

We besluiten om naar het station te lopen om de trein naar Cefalù te pakken. We komen tien minuten te laat aan en moeten anderhalf uur wachten op de volgende. Stiekem zijn mijn voeten me wel dankbaar dat ik even kan zitten. 

Cefalù is een schattig bad- en vissersplaatsje met een heel mooi strand met veel kleurrijke huisjes. Echt zo’n ‘ansichtkaart plaats’.

Op de terugreis gaat het mis met het stempelen van één van onze treintickets. We noemen geen namen. Het ticket is bijna helemaal doormidden gescheurd. “Nou ja, op de heenweg hoefden we ook niks te laten zien.” Wanneer we de trein instappen, zien we dat er ook drie politiemannen onze coupé ingaan. Niets aan de hand natuurlijk, maar toch hè ;-).

We vertrekken vandaag (woensdag) naar Taormina waar we ons laatste nachtje van de reis slapen!

Ik doe net alsof dit heel normaal is.

Het is zaterdag en we zijn net thuis van vakantie. Waar ik vroeger altijd eeuwig treuzelde om de koffers en spullen weer op te bergen, heb ik nu bijna alles alweer netjes opgeruimd. Daan heeft ondertussen de eerste was aangezet: helemaal volgens het boekje.

Na de lunch besluiten we er nog een schepje bovenop te doen: “laten we de emballage wegbrengen.” We hebben inmiddels een flinke “komt-na-de-vakantie-wel”- voorraad opgebouwd en we krijgen bij de Jumbo dan ook een bonnetje van €9,25. Niet gek! Er zijn een paar flessen uit Duitsland waar het emballage-apparaat niets van moet weten en die leg ik terug in het karretje. Gooi ik straks wel in de plastic container.

Omdat we de afspraak hebben dat ik het bonnetje vervolgens vasthou (ja echt), omdat Daan dit anders direct weer vergeet, klem ik hem tussen mijn vingers vast alsof mijn leven er vanaf hangt. Bij elke boodschap die we in het karretje gooien, reken ik mij flink rijk met deze negen euries: ha, deze courgette is nog gratis. Nectarines en tomaatjes binnen budget. Pindakaas, check!

Nadat we onze voorraad weer een beetje hebben bijgevuld, rijden we naar de kassa. Ik pak het tasje met de Duitse flessen uit het karretje, zodat Daan de boodschappen op de band kan leggen. We pakken de spullen in, betalen en ik loop naar de plastic container om de flessen weg te gooien. Vervolgens stappen we in de auto en rijden we naar huis.

Vlak voordat we thuis zijn, veer ik ineens op: “O! ik ben het emballagebonnetje vergeten in te leveren!” Ik stop mijn hand in mijn broekzak. Leeg. Andere broekzak: ook leeg. De vakjes in mijn telefoon zijn ook leeg. “Hij is weg,” zeg ik beteuterd. Daan lacht een beetje, omdat dit juist het scenario is wat we altijd proberen te voorkomen door mij het bonnetje te laten dragen. “Ik denk dat hij uit mijn hand is gevallen toen ik de plastic flessen uit het karretje haalde bij de kassa.” We balen even maar hopen dan dat iemand er zeer gelukkig mee is.

Na de lunch ziet Daan mij een beetje in de verte staren. “Het zit me toch niet lekker hoor! Zal ik nog even naar de winkel?” In gedachten ga ik nog een keer na hoe wij het rondje Jumbo hebben gedaan. Bij de laatste scène begint er wat te dagen. De container.

“Ik ben zo terug. Ik ga nog even iets checken.”

Bij de container zet ik mijn zonnebril op, doe ik net of mijn neus bloedt en speel ik 10 seconden voor zwerver. Godzijdank is het allemaal zacht plastic. Ik voel de blik van de vrouw naast mij en ze kijkt nog verbaasder wanneer ik daar mijn bonnetje weer uitvis. Ik besluit dat ik geen zin heb om het uit te leggen, loop snel terug naar mijn auto en stuur Daan triomfantelijk een foto van het bonnetje.

10 seconden zwervertje spelen en dan €9,25 verdienen. Een mooi uurloon, toch? Zou jij het gedaan hebben? 😉 Mijn zegen heb je in ieder geval. En graag ook meteen je anekdote mailen naar info@neverdullmoments.nl ;).

Sicilië: Trapani

We verlaten de Airbnb in Siracusa en gaan op weg naar Trapani, ongeveer 4 uur rijden. We slapen in een agriturismo, dat is een soort boerderij waar vaak veel land bij hoort. Het is heerlijk om die rust te ervaren na de drukke stad. 

In dit deel van Sicilië wordt veel zout gewonnen en op de zoutvelden staan schattige rode molentjes die veel toeristen trekken. We besluiten om met een bootje langs de zoutvelden te varen. We zien ongeveer twee minuten iets van de zoutvelden en worden daarna na een kwartier varen op een klein eilandje ‘gedumpt’, haha. Ook daar moeten we een ticket kopen. Een andere optie is er niet echt, want de boot is alweer terug aan het varen naar de overkant. Goed uitgezocht van tevoren, not ;-). Voor de prijs die we betalen verwachten we vrij veel, maar al snel komen we erachter dat er niet veel te beleven valt. We bezoeken uit principe het museum waar veel potjes en pannetjes te zien zijn, lopen een rondje door de veel te warme wijngaard en gaan snel weer terug richting de boot en daarna na de auto.

We rijden verder naar het bergdorpje Erice, waar we met de kabelbaan omhoog gaan. Het is hier zo mooi! Op de terugweg van de kabelbaan zien we een strandje liggen waar we later nog even heen gaan. Net als de vorige avond eten we ook nu weer bij het restaurant van de agriturismo.

De volgende dag besluiten we om met de veerboot naar een eilandje vlakbij te varen waar we vervolgens een scooter huren. Er blijkt helaas geen retourticket meer te zijn voor vandaag. Of we dan alleen heen willen? Eh nee bedankt, haha. We lopen terug naar onze auto en zien dan opeens vlak voor onze neus een botsing tussen een motor en een auto. Akelig! Het lijkt mee te vallen, maar er komt toch voor de zekerheid een ambulance die de motorrijder meeneemt. De Sicilianen doen precies wat we verwachten: ze beginnen flink te toeteren omdat ze even moeten wachten.

In plaats van het eilandje rijden we nu naar een heel mooi kustplaatsje waar we absoluut niet de enigen zijn, haha. Een straatverkoper is onze held van de dag, want bij hem regelen we een parasol. Onze buren op het strand zijn doof en praten in gebarentaal. Stiekem is dat best wel lekker rustig, haha. Mooi om te zien trouwens, hun gebaren maken ze met net zo veel passie en expressie als de ‘pratende Italianen.’

Omdat ik echt geen kont begrijp van de taal hier, besluit ik om een taalapp te downloaden. Lekker op tijd ;-). Ik kan nu al zeggen: ‘ik ben geen man’ en ‘ik schrijf een boek’. Super nuttig, ik denk dat deze zinnen zeker nog van pas gaan komen. Ook vanavond eten we weer bij hetzelfde restaurant, zo lekker! De volgende dag vertrekken we naar Palermo, de hoofdstad van het eiland.