Kattengrind

“Kom, laten we toch nog maar even kattengrind kopen bij de tuinwinkel.” Met enige tegenzin sta ik op van de bank. Begrijp me niet verkeerd, ik vind het echt de beste beslissing ooit om katjes in huis te nemen! Zo fijn om thuis te komen terwijl de jongens op je staan te wachten. Toch vind ik het kopen van kattengrind – en vooral alles wat je daar mee moet doen – niet per se het leukste klusje.

Een half uur later ben ik helemaal om. Ik wil élke avond kattengrind kopen! En ik ga ook van baan wisselen. Nou ja, tijdelijk dan. Ik wil alleen van baan wisselen tijdens de winterperiode. Drie keer raden op welke speciale afdeling met boompjes, lichtjes, muziek en versierballen ik dan zou willen gaan staan. HOEVEEL DAGEN NOG?!

 

Zoals het klokje thuis tikt

Conditioneren, we kennen het bijna allemaal wel van het experiment van Pavlov. Net voordat een hond wat te eten krijgt, gaat er een belletje rinkelen. De hond maakt speeksel aan door het voedsel en associeert dit met het belletje. Wanneer uiteindelijk het belletje rinkelt, maakt de hond al speeksel aan nog voordat hij het voedsel heeft gekregen. Ik besloot om iets vergelijkbaars te proberen met onze kat Dirk.

Bij mijn ouders hebben we altijd katten gehad: Paulus, Pinter, Vos, Fletskater (ja echt) en Lynx. De eerste vier mannen zijn helaas niet meer onder ons, maar Lynx is er nog steeds. Altijd wanneer ik Lynx zie, til ik hem op en laat ik hem half over mijn schouder hangen. Gezellig. Ik ben dit zo gewend om te doen, dat ik dit ook met mijn eigen katten doe. Het probleem is alleen dat ze niet zo goed snappen waar ik naartoe wil. Het wordt dan ook vaak niet meer dan een ongemakkelijke houtgreep, haha.

Laatst ontdekte ik dat Dirk de tikkende klok heel interessant vindt. En laat die klok nou net íets hoger dan mijn schouder hangen. Haaa. En zo komt het dat ik nu regelmatig met Dirk over mijn schouder voor de klok sta te hangen. Hij zijn zin, ik mijn zin. En nu maar hopen dat hij het binnenkort ook zonder de klok kan ;-).

Een feestelijk moment

“Goedemorgen, ik kom mijn diploma ophalen.” Het is maandagochtend en ik sta bij de studentenbalie bij de Hogeschool Utrecht. Ik heb besloten om het ontzettend feestelijk aan te pakken: géén diploma-uitreiking, gewoon een handtekening bij de balie. Net zo makkelijk en het scheelt weer een paar uur verplicht zitten ;-).

“Van harte gefeliciteerd, ik pak hem er even bij!” De vrouw achter de balie haalt een boek zo groot als het boek van Sinterklaas tevoorschijn -há, er zijn meer ‘praktische’ studenten zoals ik- waar ontzettend veel diploma’s inzitten. “Kijk, daar heb ik hem.” Net wanneer ze het diploma voor mijn neus wil leggen, komt er een huilende student aangerend. Arm ding. De vrouw kijkt me verontschuldigend aan en vraagt me of het okee voor mij is als ze even de student gaat helpen. Geen probleem! Nieuwsgierig luister ik mee. “Mevrouw, HELP. Ik heb tentamen over zeven minuten en ik weet niet waar ik moet zijn. Ik sta nergens op de lijst.” Door haar paniekmoment is ze haar studentnummer vergeten. Bovendien praat ze zo snel dat ze haar achternaam wel drie keer moet spellen, waardoor het proces niet per se versnelt wordt. Ik vind het dapper van de baliemedewerker dat ze de -steeds meer chagrijnig wordende- student ook nog een preek durft te geven dat ze natuurlijk op een andere website had moeten kijken voor het lokaal.

Een paar minuten later loop ik met mijn papiertje op zak weer naar buiten. Ik glimlach. Wat heerlijk dat ik me nooit meer druk hoef te maken om het maken van tentamens! Voor de student hoop ik dan maar dat haar moment ook snel zal komen.

Wie is daar ooit mee begonnen?

In de schoolvakanties vind ik het heerlijk om boeken te lezen. Ik probeer het lezen ook altijd voort te zetten ná de vakantie, maar meestal lukt dat niet zo goed. Ook nu heb ik het mezelf weer voorgenomen, nu de herfstvakantie is afgelopen. Ben benieuwd!

Hoe verschillend boeken ook kunnen zijn, sommige beschrijvingen lijken wel in elk verhaal voor te komen. En niet elke beschrijving vind ik even logisch. Ik zal twee willekeurige ‘scènes’ beschrijven en ik ben héél benieuwd wat jouw mening daarover is.

Scène 1

“De opmerking die hij maakte viel niet helemaal bij haar in de smaak en ze klakte met haar tong.” Als ik dit lees probeer ik ook altijd te klakken met mijn tong. Ik heb wel een idee hoe dit geluid zou moeten klinken, maar vraag me altijd sterk af of iemand in het echte leven bewust met zijn tong klakt. Ik ben ze nog niet tegen gekomen in ieder geval! 🙂

Scène 2

“Lisa werkt als tandartsassistente bij de tandarts in het dorp. Ze is een mooie vrouw met donkerbruin haar en een olijfkleurige huid.” Serieus. Olijfkleurig. Altijd als ik dit lees, vraag ik me af of iemand dan werkelijk een groene huidskleur heeft. Ik weet echt wel dat het een geaccepteerde term is, maar toch kan ik het niet voorkomen om een olijf met bruin krullend haar voor me te zien.

Herken je deze beschrijvingen in boeken? Ken je er nog meer die je ook opvallend vindt? Ik ben reuze benieuwd!

Koudwatervrees

Het hebben van twee kittens is leuk. Ontzéttend leuk. Maar het blijven eigenlijk gewoon babies die ook echt wel kunnen gaan klieren. De badkamer vinden ze bijvoorbeeld fantastisch, ondanks dat ik ze regelmatig duidelijk maak dat ze daar niet welkom zijn. Ook de eettafel blijft fascinerend voor ze.

Op een dag is Dirk toch weer stiekem de badkamer in geglipt en op de één of andere manier is hij in de wasbak terecht gekomen. Ik besluit heel impulsief om de kraan open te zetten. Dat zal hem leren! Ik ken geen kat die van water houdt. De eerste druppels vallen op zijn kop en… hij geniet ervan. Hij gaat er helemaal voor liggen! Ja, maar dat was de bedoeling niet. Snel til ik hem weer uit de wasbak. En ja hoor, hij kijkt verlangend weer omhoog en probeert er weer in te klimmen.

Mijn plannetje om de jongens bepaald gedrag af te leren met een plantenspuit is misschien toch niet zo geniaal als ik dacht. Wedden dat ik ze er alleen maar een groot plezier mee doe?