Wat is dat voor geluid?

Wanneer ik onder de douche sta, hoor ik ineens een gek bonkend geluid. Het stopt even, maar daarna begint het opnieuw. Huh. Het is 21:15, best een gek tijdstip voor de buren om nog te gaan klussen.

Als ik onder de douche vandaan stap en me afgedroogd heb, roep ik Thomas. Ik krijg geen reactie. Wel gaat het gebonk weer verder. Het valt me op dat het geluid een stuk harder is nu ik onder de douche vandaan ben gekomen. En dat het geluid ook een stuk dichterbij klinkt dan ik dacht. Ik besluit op onderzoek te gaan.

Erg lang hoef ik niet te zoeken. In de slaapkamer tref ik Thomas aan, hard aan het werk met jumping jacks en burpies. Haha! Goed bezig hoor. Wel een beetje meer doorveren ;-).

Had het ff eerder gedaan

Sinds een paar jaar is mijn garderobe flink uitgebreid, vooral met jurkjes. Ken je dat, dat je eigenlijk leeft vanuit je wasmand? Elke keer als de jurkjes gewassen zijn, trek ik ze weer aan. Genoeg voor de hele week! Toch is het wel leuk om te variëren en om af en toe géén jurk aan te hebben. Het probleem is alleen dat ik niet zo veel goede broeken heb. Of nou ja, ééntje dan. Maar daar zit een mega penvlek op.

Ik bedacht daarvoor een oplossing: HG ballpoint verwijderaar. Ik kocht het flesje in februari en tot op de dag van vandaag heb ik het nog niet gebruikt. Geef me eens ongelijk: je moet het spul erop doen én tien minuten wachten. Veel te veel werk. Dus mijn geliefde broek ligt al die tijd boven. Tot vanmiddag. Ik besluit om het roer om te gooien en loop naar boven. Ik pak mijn broek, pak het flesje en lees nog eens goed wat er op het flesje staat. “Probeer de vlek van te voren zo goed mogelijk te verwijderen.” Het enige dat ik heb gedaan is mijn broek boven leggen. Hmm, misschien moet ik hem eerst in de was doen. Tevreden met mijn beslissing loop ik naar de wasmachine, stop mijn broek erin en doe een korte was.

Na een uur is mijn broek klaar en leg ik hem buiten in het zonnetje. Het flesje HG gaat weer de kast in: de broek is schoon. Twee lange maanden heb ik mezelf voorgehouden om mijn broek te regelen. Een paar keer heb ik met de broek in mijn handen gestaan, waarna ik hem toch weer weg heb gelegd. Kon ik geen teiltje vinden. Bleek er toch een jurkje schoon te zijn. 

Vandaag had ik hem aan hoor! De leerlingen moesten met potlood schrijven.

Staan of zitten

Zo nu en dan is het leuk om voor de klas een nieuwe werkvorm uit te proberen. Met de brugklas zijn we bezig met negatieve getallen, breuken en kwadraten. “Luister goed. Ik zet zo een meerkeuze som op het bord. Als je denkt dat het goede antwoord A is, ga je staan. Als je denkt dat het B moet zijn, dan ga je zitten. Als je het antwoord goed hebt, mag je naar huis. Heb je hem fout, dan krijg je nog een meerkeuze vraag. Duidelijk?” De klas knikt. “Goed dan, ga allemaal staan. Ik ga straks aftellen van 3 naar 1 en daarna ga je allemaal zitten of staan.” Ik klap het bord naar voren, zodat mijn vraag tevoorschijn komt. De leerlingen nemen even de tijd om na te denken. “Drie, twee, één!” Roep ik. Een enkeling gaat zitten, maar schiet direct weer overeind als ze zien dat de rest van de klas is blijven staan. O ja, dat had ik kunnen voorzien. “Nou eh, fijn weekend allemaal, jullie hebben het allemaal goed.” Vrolijk lopen ze naar buiten.

Volgende keer kan ik ze beter een bordje omhoog laten houden 😉

Panne

“Ik ga vandaag weer eens op de fiets!” vertel ik Thomas enthousiast. “Het gaat straks regenen, dat weet je?”

Een uur later stap ik mijn auto in. Mijn regenpak zit vast nog ergens in een verhuisdoos, anders was ik uiteráárd op de fiets gegaan ;-). Wanneer ik onderweg bij het eerste stoplicht moet stoppen, slaat mijn auto af. Er begint een lampje te branden: ‘epc’. Mijn hart begint iets sneller te kloppen, meestal zijn die lampjes namelijk geen goed teken. Ik start mijn auto opnieuw en alles lijkt het weer te doen. Bij het tweede stoplicht gaat het opnieuw mis. Shit. Vanmiddag maar even naar de garage dan! Ook nu lijkt mijn auto het weer te doen na het herstarten. Er komt nu gelukkig een lang stuk aan zonder stoplichten, zodat ik even meters kan maken. Wellicht slaat hij daarna dan nog een keer af bij het stoplicht, maar dan herstart ik hem gewoon weer.

Wanneer ik 80 rijd, schakel ik naar versnelling 5. Hopelijk heeft de garage vanmiddag tijd. Na ongeveer 1,5 km slaat mijn auto opnieuw af. Terwijl ik 80 rijd. Nooooo! Een paar meter verder verschijnt een grote ‘inham’ en ik zet mijn auto er handig neer. Pfff, oké, wat nu? Dit is het moment om mijn auto uit te zetten, rustig uit te stappen en om de ANWB te bellen. In plaats daarvan denk ik: “naaah, misschien kan ik hem nog één keer starten.” Echt, why?!?! Ik rijd een klein stukje naar voren en… mijn auto valt -uiteraard- uit. Ik sta nu in de berm, een stúk minder veilig dan hoe ik net stond. Ook nu had ik uit kunnen stappen en dan was er nog steeds niet veel aan de hand geweest. In plaats daarvan start ik mijn auto opnieuw, rijd ik een stukje achteruit – want daar stond ik immers veiliger! – en dan valt mijn auto opnieuw uit. Door de zachte berm heeft mijn auto te weinig grip, waardoor de voorkant van mijn auto wegschuift. Ondanks mijn eerdere niet zo handige beslissingen, besluit ik nu godzijdank om direct de handrem aan te trekken. Had ik dat niet gedaan, dan was ik de sloot in gekukeld.

Met trillende handjes pak ik mijn autopapieren, doe ik mijn gordel los, controleer ik de handrem nogmaals en stap ik uit. Ik bel de wegenwacht om aan te geven dat ik hulp nodig heb. Heel rustig beschrijf ik het probleem en mijn locatie. Dit was misschien een goed moment om te zeggen dat mijn auto wel erg onhandig staat, maar op de één of andere manier vergeet ik dat te zeggen. 

Na ongeveer een half uur gewacht te hebben in de kou – en vele voorbijfietsende leerlingen én collega’s later, awkward! – komt dan eindelijk de wegenwacht. “Goh, die staat er niet best bij zo. Had hem gewoon hier neergezet, dan hadden we geen takelwagen hoeven te laten komen!” Ja inderdaad, had ik dat maar gedaan. HOEZO dacht ik na vijf keer afslaan nog steeds dat mijn auto het wel zou doen? Ik leg de beste man uit dat ik dat inderdaad beter had kunnen doen, maar dat ik het niet expres erger had gemaakt dan zou moeten. Dat begreep hij dan ook wel weer. Sympathiek.

Die middag zit ik bij de garage en kom ik een bekende van vroeger tegen. Ik vertel hem het hele verhaal. Ik vertelde hoe de takelwagen speciaal voor mij moest komen, die één weghelft nodig bleek te hebben. Hoe twee mannen van de ANWB al het verkeer moesten tegenhouden zodat de takelwagen mijn autootje kon bevrijden van de sloot. Hoe de leerlingen naar me gezwaaid en gewuifd hebben. En hoe er een enorme opstopping was ontstaan, allemaal door mijn strakke actie – en die van mijn auto, uiteraard. Hoe de ANWB na het wegtakelen helemaal niets kon ontdekken aan mijn auto en me adviseerde om die middag maar naar de garage te gaan. En hoe ik de engste rit uit mijn leven maakte, op weg naar de garage.

De terugweg naar de garage ging gelukkig goed en ze hebben daar twee dingen vervangen ‘die het waarschijnlijk wel zouden zijn’. Nog steeds niet helemaal gerustgesteld ben ik toen toch maar naar huis gereden.

De volgende dag ben ik mooi op de fiets gegaan ;-)! En de dag erna ook.

Inmiddels heb ik weer in mijn auto gereden en heb ik er wel weer wat meer vertrouwen in. Toch denk ik dat ik nu een stuk vaker de fiets zal pakken. Ook geen ramp, toch?

En hoe was jouw dag?

Vandaag kwam ik te laat op mijn werk, was ik de veroorzaker van een enorme opstopping en heb ik een fobie ontwikkeld voor wegen met te weinig inhammen. En hoe was jouw dag? 😉

Wordt vervolgd