HOE KAN JE IN GODSNAAM JE EIGEN NAAM VERGETEN?!

(2004). “Dames en heren, luister goed. We gaan zo een voorstelrondje doen! Noem je naam en vertel kort wat over jezelf.” We zitten in de brugklas en zijn als mentorklas voor het eerst bij elkaar gekomen. Een aantal leerlingen ken ik nog van de basisschool, maar er zitten ook veel nieuwe gezichten bij. Dit soort voorstelrondjes zijn altijd spannend, je moet natuurlijk meteen een goede indruk maken. Ik zit in het midden vooraan, naast vriendin Lisa*. Het rondje begint aan de zijkant, dus ik heb nog even om een goed verhaal te verzinnen. “Ik hou van katten?” Nah, dat is een beetje saai om te vertellen. Langzaam maar zeker hebben steeds meer kinderen zich voorgesteld. Veel sneller dan ik dacht is Lisa aan de beurt. Geconcentreerd luister ik naar wat ze te vertellen heeft, misschien kan ik daar iets van overnemen. Slim! En dan ben ik aan de beurt. Nog steeds geen idee hebbend wat ik wil vertellen, begin ik: “nou, ik ben dus ehh Lisa. Oh nee. Ik ben Dorinde, haha. Oeps.” Ik kan je vertellen, dat was niet het meest gemakkelijke moment in mijn leven. Maar er is geloof ik nog nooit een moment geweest dat ik hier aan terugdacht zónder te lachen. HOE KAN JE IN GODSNAAM JE EIGEN NAAM VERGETEN?! Indruk had ik zeker gemaakt, haha!

 

* Wegens privacy is de naam Lisa in dit bericht verzonnen 😉

Bekijk bericht

(Ingezonden #7) “Hè, waar ligt dat ding nou?!”

Van die momenten dat je slim denkt te zijn, maar jezelf eigenlijk alleen maar met meer werk opzadelt. Wij zijn zeker niet de enigen met dit soort acties, een vriendin stuurde de volgende anekdote op!

(scene 1): Op het strand met opgerolde broekspijpen, prima weertje!

(scene 2): Na een dagje strand kom ik weer thuis en trek ik mijn broek uit voor het slapengaan.

(…)

(scene 3): Op mijn knieën, een wanhopige poging om met mijn handen het zand op te vegen dat in mijn opgerolde broekspijpen zat. Het zand dat nu overal op de vloer ligt. De stofzuiger van beneden halen is duidelijk te veel moeite.

(scene 4): Hè, waar ligt het stoffer en blik?

(scene 5): Toch maar die stofzuiger de trap op zeulen. Iemand vond het een goed idee om het stoffer en blik in de schuur buiten te leggen.

Bekijk bericht

Gluren bij de buren

Na een lange dag werken zit ik weer in de auto. Op naar huis! Voor het parkeren hebben we een zeer relaxte situatie: we hebben een vergunning voor de parkeergarage (altijd plek) en een vergunning voor op straat (bijna altijd plek, maar soms wel wat krapjes). Op straat staan we een stuk dichterbij huis, dus ik kar altijd eerst naar de parkeerplekken daar. Als er dan écht geen plek is, parkeer ik alsnog in de parkeergarage. (Behalve in de winter, dan gooi ik hem direct in de garage. Zo hoef ik nooit te krabben, ideaal :D).

Terug naar gisteravond. Er was een plekkie, ha! Die is voor mij. Geconcentreerd parkeer ik de auto. In één keer, top! Het blijft toch elke keer spannend, dat fileparkeren is net een spelletje. Ik heb oprecht respect voor mannen die hun auto met één armpje inparkeren. En dan die andere arm zo uit het raam weetjewel, lekker mans. Zouden er ook vrouwen zijn die dat doen? Ik stap uit en pak mijn spullen. Shit. Er staat een minipuntje van de rechtervoorband op de stoep. De twijfel slaat toe: ga ik de auto opnieuw parkeren? Ik heb net al mijn spullen de auto uitgezeuld, ik heb eigenlijk maar weinig zin om die auto weer in te gaan. (First world problems).

Ik besloot dat ik een kleine omweg naar huis zou maken, zodat ik kon gluren bij de buren. “Nee, deze auto staat keurig”. Next. “Deze staat ook al zo mooi.” Next. “Haha, deze staat echt scheef geparkeerd. Maar wel z’n bandjes goed.” Next. “Nope”. Net op het moment dat ik besloten had om toch de auto maar even goed te zetten, zag ik hem. Hallelujah. Ook deze auto had een een puntje op de stoep! Fluitend liep ik door naar huis, al mijn ‘zorgen’ direct vergetend.

Bekijk bericht

Hoe gaat het nou écht met je?

Laatst sprak ik met een vriendin over de ‘hoe gaat het’ vraag. Veel mensen gebruiken deze vraag om een gesprek te beginnen, bijvoorbeeld op whatsapp. De ‘ik heb eigenlijk iets van je nodig, maar ik wil dat niet direct vragen, dus ik vraag eerst wel hoe het met je gaat’ situatie. Ik denk dat iedereen zich hier wel eens schuldig aan maakt en dat mag ook :).

Soms zit je ook niet te wachten op een heel verhaal, omdat je de trein moet halen of boodschappen aan het doen bent in een drukke winkel. Op dat soort momenten kan het dan best prettig zijn als iemand gewoon reageeert met: ja prima, met jou ook?

Toch is het soms wel erg fijn om wat uitgebreider te vertellen hoe het met je gaat. Het gaat namelijk heus niet altijd goed, ook al lijkt dat voor de buitenwereld dan wel zo. Dat is mij bij nu overigens niet het geval hoor, ik maak gewoon een bruggetje naar het volgende punt!

Zo vertelde de vriendin met wie ik sprak dat ze laatst had gehoord dat je het volgende zou kunnen vragen. ‘Hoe gaat het met je?’ De ander zal dan waarschijnlijk reageren met: ‘ja goed’, of ‘gaat wel’. Vervolgens vraag je dan: ‘En waarom gaat het zo goed? Heb je leuke dingen meegemaakt?’ Op deze manier laat je de ander even nadenken over zichzelf en dat kan hele leuke gesprekken opleveren! Zo gaat het in ieder geval een stukje dieper. Ik vond het wel inspirerend dat één zo’n extra vraag al een heel ander gesprek kan opleveren. Tenzij die persoon natuurlijk reageert met: ‘nou gewoon, het gaat gewoon goed’.

Dus vertel eens, hoe gaat het met je? En als het goed gaat, waarom gaat het dan zo goed? 🙂 En als het vandaag even niet zo goed gaat, kun je daar dan misschien iets aan doen?

Bekijk bericht

Handige Harry

Voor een studieopdracht moest ik twee kijkdozen maken. “Het is de bedoeling dat je vanaf de bovenkant de doos in kijkt en dan een bovenaanzicht tekent” leg ik aan mijn vriend uit. Voor de kijkdoos moet ik een aantal voorwerpen uitzoeken die ik in de doos kan plakken. Ze moeten verschillende kleuren hebben, zodat je de vormen goed kunt onderscheiden.

Zo nu en dan heb ik een creatieve bui. Dat is niet altijd zo geweest trouwens! Rond de Sinterklaastijd werd ik vroeger altijd een beetje nerveus, zeker wanneer we dan surprises moesten maken. Papier maché en karton knippen lukt nog net, maar dat zijn wel zo’n beetje mijn knutselkwaliteiten. Geef mij maar gewoon een gedichtje :).

Voor de kijkdoos leek het me een goed idee om een paar luciferdoosjes te beplakken met wit papier, zodat ik die vervolgens kon inkleuren met een stift. Enthousiast begon ik aan het eerste doosje. Na een kwartiertje had ik alle doosjes beplakt met wit papier. Goed bezig, op naar de volgende stap!

[…]

Een beetje high van de stiftlucht, vingers in alle kleuren van de regenboog en een resultaat waar je nog net ‘JIJ’ tegen kon zeggen (maar absoluut geen U). Goed, ik was klaar. Niet helemaal zoals ik het had verwacht, maar toch. Het idee was duidelijk. Semi-trots liet ik het resultaat aan mijn vriend zien. Verwonderd keek hij me aan. Dat was hij al een tijdje aan het doen trouwens. “Dor, je weet dat we ook gewoon gekleurd papier hebben hè? Had je er ook op kunnen plakken.” Ik had mijn uur inderdaad wel iets efficiënter in kunnen richten.

[…]

“Vind je dat niet zonde, dat we nu al die papiertjes er weer afhalen?” Met een studiegenootje maak ik de kijkdoos verder af door alle doosjes alsnog te beplakken met gekleurd papier. “Nee joh, dat kleuren was echt maar 5 minuten werk. Dat had ik vooral gedaan om even te checken of de verschillende kleurtjes echt wel belangrijk waren.” Tuurlijk. Een leugentje om een suffe actie niet toe te hoeven geven mag best, toch? 😉

Bekijk bericht