Daar word je dan toch een beetje onzeker van

De wekker gaat en ik word opgewekt wakker: het is altijd heerlijk om een dagje vrij te hebben. Ik stap mijn bed uit en zet de douche aan. Tijdens het ontbijt neem ik mezelf voor om er een productieve dag van te maken. Het is nu 08.17 en om 09.00 gaat de bieb open, dus ik heb alle tijd om rustig aan te doen. De laatste tijd vind ik het fijn om in de bieb te werken en te studeren, zodat ik thuis gewoon lekker kan ontspannen. Ik besluit om alvast de vuilniszak buiten weg te gooien, dan hoef ik dat later vandaag niet meer te doen.

Terwijl ik vrolijk naar buiten loop met de vuilniszak – het zonnetje schijnt volop – merk ik dat het toch wel frisjes is buiten. Had ik nou mijn jas maar aangedaan. Ik hoef gelukkig maar 50 meter te lopen voor de vuilnisbak, dat is nog wel vol te houden. Ondertussen, nog steeds lopend naar de vuilnisbak, vliegt er een meeuw in de lucht. Ik ben ongeveer de enige op straat en die paar mensen die wel op straat zijn, hebben allemaal een jas aan. Meneer meeuw had vandaag zijn dag niet en wilde dat kennelijk op iemand afreageren. FLATSJ. Precies naast me (de enige persoon zonder jas!!) is de straat versierd met een stralend witte schijtvlek. Verderop in de straat kijkt een mevrouw me wel erg lang aan, waardoor ik toch enigszins onzeker naar mijn trui begin te kijken. Het lijkt er op dat ik niet geraakt ben, maar misschien zie ik wel een vlek over het hoofd?

Eenmaal weer binnen kijk ik snel in de spiegel en zie ik tot mijn opluchting dat mijn kleding en mijn haar niet geraakt zijn. Wel begin ik eens even goed achter mijn oor te krabben. Toen ik nog op de middelbare school zat, had ik blauwe fietstassen met apenstaartjes (??) erop. Ook deze jongens zijn een keer geraakt door de vogels, waarna ik ze weg heb gemikt. Fietstassen met apenstaartjes gaan nog net, maar met vogelpoep erop is het echt geen gezicht. Misschien is het wel een teken en is mijn trui ook aan vervanging toe? Ik zal het binnenkort toch maar eens aan mijn omgeving vragen, haha.

Bekijk bericht

Voortaan even afkloppen

Okee, ik kan er echt niet meer omheen: mijn rugzak kan nu officieel als armoedig worden bestempeld. Eén van de hengsels begint los te laten en ook aan de binnenkant begint er het één en ander te rafelen. Tot mijn grote opluchting zie ik op mijn account van de webshop dat ik nog drie maanden garantie heb. Ik besluit hem op te sturen voor reparatie.

“Verpak uw rugzak in de originele doos. Mocht u deze niet meer hebben, dan kunt u een andere stevige doos gebruiken.”

Hmm. Ik bekijk onze voorraad dozen – afwezig – en begin een constructie van losse kartonnetjes te bouwen. Na een aantal minuten kan ik m’n rugzak erin proppen en breng ik hem weg naar een PostNL punt.

Een aantal dagen erna ontvang ik een treurige e-mail. “Door de staat van het product hebben wij besloten de rugzak niet te repareren. In plaats daarvan ontvangt u een shoptegoed ter waarde van uw rugzak. U kunt met dit tegoed een nieuw product uitzoeken in de webshop.” Begrijp me niet verkeerd, natuurlijk vind ik het stiekem best leuk dat ik weer een nieuwe tas mag uitzoeken. Toch was ik ervan uit gegaan dat ik mijn oude vertrouwde tas weer terug zou krijgen. Had ik dit geweten, dan had ik hem misschien met iets meer respect behandeld en niet in die ‘doos’ gepropt. We hebben ook best veel meegemaakt samen, die rugzak en ik. We zijn een paar keer op citytrip geweest, hij heeft me door mijn eerste jaar als docent heen gesleept en we zijn samen naar Indonesië geweest. Uit het niets schiet me iets te beginnen en ik begin triomfantelijk te lachen. Mijn vriend kijkt op. “Weet je nog dat ik, vlak voordat we naar Indonesië vertrokken, als een gek mijn rugzak moest schoonmaken? Een zakje tomaten vond het toen wel erg gezellig in mijn tas. Nu mag ik een nieuwe uitzoeken, die dus helemaal fris en schoon is!”

Weer een paar dagen later arriveerde mijn nieuwe rugzak. En wat was ik er blij mee! Ik was dan ook nogal beteuterd toen er na twee dagen een mandarijn splashte in mijn voorvakje. Gaan we weer….

Bekijk bericht

Love this period

Wanneer ik thuiskom, is het al donker buiten. Persoonlijk vind ik dat niet zo erg, het is vooral heel fijn dat het in de ochtend nu weer lekker licht is. Ik steek de sleutel in het slot, zeul mijn rugzak twee trappen omhoog –ik moet echt eens gaan bekijken wat voor rotzooi ik elke dag onnodig meesleep – en loop naar binnen.

Brrr, het is koud in huis! Ik loop snel naar de verwarming en zet hem aan. Net op het moment dat ik naar de kapstok wil lopen om mijn jas op te hangen, valt me iets op. Ondanks dat ik nog geen lampen heb aangedaan, schijnt er toch fel licht naar binnen. En dan niet van dat ongezellige Tl-buis licht, maar van dat heerlijke sfeervolle licht waar je wel blij van móet worden. Het zal toch niet…? Heel hoopvol loop ik naar het raam en er ontsnapt een vreugde kreet uit mijn mond. De buren moeten die zeker gehoord hebben, haha. “Oh yeah!” Het restaurant tegenover ons heeft hun gevel versierd met kerstverlichting. Heerlijk. Wat mij betreft blijven de straten het hele jaar versierd, haha.

Vrijwel direct na dit euforische moment zet ik Skyradio Christmas op en swing ik de hele avond mee met ‘driving home for Christmas’. De gordijnen laat ik lekker open; ik moet wel goed in de gaten kunnen houden wanneer de kerstboom wordt neergezet natuurlijk.

Bekijk bericht

Onderbroekenlol

Met mijn vriend ben ik een paar dagen op Ameland geweest en we zitten inmiddels weer op de veerboot terug naar het vasteland. De overtocht duurt ongeveer drie kwartier. Wanneer we bijna aanmeren, besluit ik nog even naar het toilet te gaan. Vanaf Holwerd (wie kent het niet) is het immers ook nog wel een stukkie rijden naar huis. Ik wacht netjes op mijn beurt en zodra er een hokje vrijkomt, stap ik naar binnen. Bij mijn buurvrouw klinkt het gezellig op het toilet. “Nu ik!” Gegiechel. “Nu mag ik weer!” Nog harder gelach. Ah, het zijn twee buurvrouwen. “Zullen we het nog één keertje doen?” Ik moet inmiddels ook wel lachen. Ik vind het mooi om te zien (horen) dat kinderen nog steeds lol kunnen hebben zonder een telefoon of tablet. All you need is een plee met een gek geluidje bij het doortrekken. Zo simpel kan het zijn :).

Bekijk bericht

Hoe zijn we hier be(Ame)land

 

De regen komt met bakken uit de lucht. Normaal gesproken vind ik dat heel gezellig, vooral als je binnen zit. Dat is helaas nu niet het geval. Lichtelijk ongeduldig staan we te wachten bij de bus die ons van de veerpont naar het dorpje Hollum brengt. De OV-chipkaart is een hele handig uitvinding, die kennelijk nog niet iedereen ontdekt heeft. Zodra we eindelijk droog zitten, roept de buschauffeuse iets naar achteren. “Mevrouw achterin, u had natuurlijk voorin moeten stappen!” Ze wacht niet op het antwoord van de mevrouw en start de motor. Omdat ik bijna vooraan zit, kan ik haar nog stilletjes horen mopperen. Ze zal het wel even nodig hebben. Naast me zit een oudere dame die ik ook hoor grinniken.

Niet veel later hoor ik een mierzoete stem door de intercom. “Verbindingsweg.” Enigszins verbaasd kijk ik op: was dit nou dezelfde vrouw die net zo bozig zat te doen? Wonderlijk, sommige mensen :).

Bij halte vliegveld drukt er een meneer op de stopknop. Samen met zijn gezin staat hij op en begint hij onhandig aan z’n koffers te sjorren. “Waar moet u wezen, meneer?” De buschauffeuse kijkt hem vriendelijk aan. “Bij halte vliegveld.” De vrouw slaakte een diepe zucht. “Ja, dat snap ik ook wel. Maar wáár?” De man leek even van zijn stuk gebracht. “Eh, nummer 12.” De vrouw fronste. Ja, ik zat erg dichtbij en was het allemaal aandachtig aan het bestuderen. Klopt. “Ja, als u drukt, dan moet ik hier stoppen. Maar u kunt beter blijven zitten, want u moet meer in het dorp zijn. Blijf maar even zitten.” De man ging weer zitten. “Nu rij ik hier misschien wel voor jan doedel heen, maar goed. Anders moet u zo ver lopen.” Nu begreep de man er niets meer van. Ik ook niet, trouwens. “Nee, ik hoef hier helemaal niet te komen! Maar goed, u drukt, dus dan moet ik hier stoppen. Oh nee, ik zie dat er nog mensen bij de volgende halte staan. Dan rijden we hier toch niet voor niks.” We halen de mensen op bij de volgende halte en draaien vervolgens 180 graden, zodat we dezelfde weg weer terugrijden. Niet veel later komen we bij het dorpje Ballum aan, waar de man en zijn gezin uitstappen. De vrouw naast me begint een onderonsje met de chauffeuse. “Hij begreep er niets van, hè?” De buschauffeuse lacht. “Nee, maar goed, als hij drukt moet ik natuurlijk stoppen.”

We rijden door. “Snikkepad”. Oei, we krijgen een tegenligger en het ziet er allemaal wat krapjes uit. De man die ons tegemoet komt rijden stopt vriendelijk om de bus er langs te laten. “Ja, er staat een boom hier dus ik kan er natuurlijk niet langs. Maar dat ziet hij niet.” De vrouw naast me zucht met de buschauffeuse mee. De beste man uit de auto heeft het niet direct door, maar niet veel later passeert hij ons toch maar.

Verderop zie ik twee dames zitten in een bushokje. Ze zijn in gesprek en hebben net iets te laat door dat de bus eraan komt. De buschauffeuse besluit door te rijden: de dames maken immers geen aanstalten om mee te gaan. Net op het moment dat we ze passeren, hollen ze gauw hun hokje uit. Met een diepe zucht besluit ze toch maar te stoppen. “Jullie moeten wel je hokje uit komen he, als de bus er aan komt!” De dames begrijpen er niets van. “Excuse me?” Ik ben benieuwd hoe knorrepot hierop reageert. “Jaa, jaa, precies.” De dames halen hun schouders op en gaan zitten. Een paar haltes later stappen ze weer uit. “Tot ziens en een prettige dag” wenst de buschauffeuse ze toe. Attent wel, alleen begrijpen ze er niets van, haha. De dame naast me lacht weer en stapt vervolgens ook uit.

We gassen door naar de volgende stop. Ik moet eerlijk bekennen dat ik nog weinig heb meegekregen van Ameland, ik zit met iets te gespitste oren mee te luisteren. Toch krijg ik nu ruim de tijd om even om me heen te kijken: de weg is namelijk versperd door een postautootje. De dame naast me is weg, dus nu wendt de buschauffeuse zich tot mij (oei!). “Als hij nou drie meter naar voren had geparkeerd, konden we er nu allemaal langs!” Vragend kijkt ze me aan. Ik raak bijna in paniek. “Ja, onhandig,” mompel ik. Bingo, de vrouw kijkt weer naar voren. “Vier auto’s staan te wachten, maar goed. En dat terwijl het niet eens mijn dienst is.” Aha, dat verklaart een hoop. Kennelijk had de vrouw helemaal niet hoeven rijden vandaag. Vooruit dan maar ;-).

Bij de volgende bestemming moeten we eruit. De regen komt nog steeds met bakken uit de lucht, maar ik vind het ineens niet zo erg meer. Op de terugweg naar de veerpont gaan we lekker fietsen!

Bekijk bericht