In diezelfde trein

Ik word echt met de minuut meliger, dat gevoel heb ik al best een tijdje niet gehad. Nog altijd zit ik met vriendinnen en vrienden in de trein. Elke twintig seconden schiet ik opnieuw in een lachstuip, dat is nu al een paar minuten (!) aan de gang. Een man achterin zit namelijk vast in een vreselijke niesstuip. Ergens vind ik het sneu voor hem, maar de manier waarop hij niest is gewoon fantastisch. Zo’n dikke vette “ha..TSJIE!” Na een nies of tien kan ik het dan ook niet laten om achterom te kijken. In de weerspiegeling van het raam zie ik een andere man ook geamuseerd zijn kant op kijken. De niezende man heeft niets in de gaten, hij kijkt chronisch naar het licht boven zijn hoofd: “ha…TSJIE!”

De volgende dag werd het wel héérlijk weer, dankjewel!

Onverwacht uit de hoek

Met vriendinnen en vrienden zitten we in de trein terug naar huis. Het is rond 01:00 en mijn vriend is moe. Hij zakt een beetje weg tegen het raam en ik vraag: “tu es fatigué?” Half slapend mompelt hij zachtjes: “ik ben niet fat en ook niet gay.”

Vind ik dan toch wel indrukwekkend scherp, zie je dan toch niet aankomen op dat tijdstip 😉

Farmfood

(2011) Samen met mijn vriendinnen ben ik op vakantie in Malgrat de Mar. Het is heerlijk weer en we zitten gezellig in een restaurantje. Een vriendin en ik hebben spinaziewraps besteld en het ziet er smakelijk uit! Mijn zus zit naast me en vraagt of we een hapje kunnen wisselen. Ik prik een stukje wrap op mijn vork en geef het aan mijn zus. Na een paar keer kauwen, vertrekt haar gezicht. “Gatver, het smaakt naar boerderij!” Mijn vriendin en ik kijken elkaar aan. Lekker dan. Boerderijsmaak aan je wrap. Doet dan toch iets met je eetlust.

Daar zit een luchtje aan

Dat je minutenlang naar een leeg blogbericht aan het staren bent, dat je overweegt om kattensnoepjes op het toetsenbord te gaan leggen, zodat er misschien ineens een coole blog ontstaat.

Okee, dat is plan B.

Ondertussen ga ik weer verder met waar ik mee bezig ben. Voor mijn herkansing ben ik mijn getypte tekst aan het nalezen. Ik heb het uitgeprint, zodat ik mijn laatste hersenspinsels er nog bij kan schrijven. Tijdens het lezen ondersteun ik met mijn hand mijn wang, waardoor de pen vlak bij mijn neus in de lucht hangt. Hij ruikt best een beetje zurig, maar ik kan de geur niet direct plaatsen.

Op dat moment komt Darcy vanuit de woonkamer naar mij toegelopen. Hop, hij springt op het bureau. Direct ziet hij de pen in mijn hand en enthousiast zet hij zijn tanden erin. Ik kan de geur ineens heel goed plaatsen.

Don’t you underestimate me!

Ik ben klaar met lesgeven en op mijn gemakje loop ik naar het station. Voor de gezelligheid bel ik mijn vader: altijd gezellig om even te kletsen.

Wanneer ik opgehangen heb, ben ik op nog een paar minuten afstand van het station. Ik open de 9292 app om te kijken hoe laat mijn trein gaat. Nog twee minuten. Ik zet het op een lopen: het zou heerlijk zijn wanneer ik deze trein nog zou halen.

Rondom het station zijn drie bouwvakkers bezig en ze vermaken zich kostelijk wanneer ze mij zien langssjeesen. “Haal je niet!” grapt er één. “Te laat” valt zijn collega hem bij. Mans blèr ik tijdens mijn drafje terug: “wedden?!”

Triomfantelijk kijk ik ze even later vanuit het treinraam aan.