(2012) Samen met een vriendin ben ik in Parijs. We zitten bij een restaurantje vlakbij de Notre Dame en drinken wat lekkers. We hebben uitzicht op een straat waar veel auto’s geparkeerd staan. Op een gegeven moment komt er een auto met zijn knipperlicht aanrijden: hij geeft aan dat hij linksaf gaat. We kijken verbaasd: gaat hij dáár parkeren? Zijn auto past zonder enige speling nét aan in het gaatje. Optimistisch gedacht. Even denk ik dat hij zijn auto gewoon zo op de weg laat staan, maar hij begint toch echt te steken.
Hij rijdt de auto een stukje naar achteren en draait zijn Franse autobips een beetje in het ‘parkeervak’. Hij draait aan zijn stuur en gaat weer een stukje naar voren. En weer naar achteren. En weer naar voren. Ik zit hier prima, wat een show! Een keer of twintig steekt hij heen en weer. Hij zit er ontspannen bij, alsof hij het dagelijks doet. Het gaat ontzettend soepel en mijn gevoel van bewondering groeit per beweging.
Na ruim vijf minuten heen en weer te hebben gereden staat de auto er perfect in. Voor en achter heeft hij enkele centimeters speling en hij heeft de andere auto’s niet aangeraakt. Chapeau! Hij stapt uit, doet de deur op slot en kijkt even rond. Op dat moment krijg ik even oogcontact met hem (ik ben nog steeds aan het staren) en ik breng mijn handen naar voren om hem een applaus te geven. Hij lacht om mijn geklap en hij maakt een elegante buiging. Vervolgens verdwijnt hij naar binnen.
De show is klaar en ik toon weer belangstelling voor mijn warme chocolademelk met slagroom. We hervatten ons gesprek en genieten van het stadsleven van Parijs, dat zich als een film voor ons afspeelt. Het begint een beetje te regenen, maar dat is niet erg. Mensen steken hun paraplu’s op en wandelen sierlijk door de straten. Wat is het toch een mooi gezicht zo bij de Notre Dame: regen of geen regen.
Dan stoten we elkaar aan. De man is weer naar buitengekomen. Hij draagt een pakketje in zijn hand. Hij doet de achterdeur open, legt het pakje op de achterbank en neemt plaats achter de bestuurdersstoel. Het ‘steekpartijtje’ begint gewoon weer opnieuw. Iets sneller dan net wurmt hij zichzelf uit het gat en rijdt de beregende straten van Parijs in. Hij is zo’n 30 seconden binnen geweest.