Na weer intensief oogcontact te hebben gehad met de kat van buren, stap ik op de fiets naar mijn werk. Het is stralend weer en ik ben in een goed humeur. Het voelt heerlijk om weer in mijn zomerjas naar buiten te kunnen!
Na een paar minuten zie ik in de verte een man oversteken bij het stoplicht. Niks bijzonders, dus ik besteed er dan ook niet veel aandacht aan. Als ik bijna bij de oversteekplek aangekomen ben, trekt de man echter wel mijn aandacht. Hij staat namelijk ineens plotsklaps stil. Midden op straat. Hij staat met zijn rug naar mij toe, dus ik kan zijn emotie niet goed zien, in tegenstelling tot de emotie van de autochauffeurs die hem stomverbaasd aankijken. Ze gebaren hem dan ook vriendelijk doch dringend om door te lopen, omdat hij nogal in de weg staat. Hij wijst demonstratief (en ik fantaseer daar een triomfantelijk gezicht bij) naar het stoplicht. Samen met de autochauffeurs kijk ik de kant op waar hij naartoe wijst en ik schiet in de lach. Tja, het licht is rood en dat betekent stoppen! Gevaar voor eigen leven of niet. Dat is nog eens een man van de principes! Het ziet er bijzonder grappig uit: een man die midden op een drukke hoofdweg staat, wachtend tot hij weer kan oversteken.
Het gebeurt allemaal binnen enkele seconden, dus het blijft voor ons allemaal een open einde. Even later, nog steeds wat verwonderd door deze actie, rijd ik bijna zelf door rood.