(2013) Op het altijd koude Amsterdam Sloterdijk sta ik op mijn trein te wachten. Ik kom net uit college en ik ben onderweg naar de Ikea in Haarlem, waar ik met een vriend heb afgesproken. Even later rijdt de Sprinter het station binnen en tot mijn schrik zit de trein echt propvol. Er stappen wel een paar mensen uit, maar de gaten worden direct gevuld door de dringende passagiers die samen met mij op het perron staan te wachten. Het blijft bewonderenswaardig hoe mensen zichzelf naar binnen kunnen bonjouren.
Al snel concludeer ik dat ik bij deze coupé geen geluk heb, dus ik probeer de volgende deur. Ook daar zit het stampvol. Ik voel dat ik wat haast moet maken met instappen, want ik wil toch echt graag met de trein mee. Ik begin te rennen en ik voel de geamuseerde blikken van de mensen in de trein. Is het zo’n dag dat ik echt nérgens meer bij pas? Het is is zo’n dag. Inmiddels ben ik tot aan de voorste coupé gesprint en accepteer ik dat het me niet gaat lukken. Een beetje puffend van mijn gehol, besluit ik om m’n vriend maar even een berichtje te sturen dat ik de volgende trein zal nemen en dat hij alvast maar Zweedse Balletjes moet gaan eten.
Op dat moment stapt de conducteur uit de cabine van de machinist en maakt hij aanstalten om op zijn fluitje te blazen. Hij ziet mij staan en vraagt waar ik naartoe moet. Met een licht beteuterd gezicht zeg ik dat ik naar Haarlem Spaarnwoude moet, maar dat ik niet meer in de trein pas. Vanuit de cabine komt de machinist, die ons gesprek heeft gehoord, nu ook tevoorschijn. Hij steekt zijn hoofd om de deur en werpt een blik richting de coupés van de trein, waar allemaal ellebogen, tassen en konten wanhopig proberen binnenboord te blijven. Hij kijkt me vriendelijk aan. “Stap maar in meid, ik breng jou naar Spaarnwoude!” Met een blij gezicht stap ik de cabine binnen. Het is echt heel leuk om achter de schermen bij een treinmachinist te kijken. De man is heel vriendelijk en vertelt vrolijk over zijn werk. Naast de machinist en de conducteur, is er ook een machinist in opleiding in de cabine aanwezig. Met z’n vieren kijken we naar de brede horizon. De zon begint al een beetje te zakken, waardoor er een heel mooi licht op het spoor valt. Op een gegeven moment zie ik dat een andere trein ons tegemoet komt en tot mijn grote vreugde zwaaien de machinisten naar elkaar als ze elkaar passeren.
Veel te snel verschijnt daar alweer de blauw met gele container. Ik bedank de machinist nog eens hartelijk voor deze fijne ervaring. Met een brede glimlach stap ik de cabine uit en loop ik richting de Ikea. De trein rijdt weer verder en ik voel me stiekem toch wel een beetje mans, wanneer ik op mijn beurt de geplette mensen zie langs zoeven.