Lantaarnpaal

Na een gezellige reünie van mijn oude basisschoolklas in een hip restaurant in het dorp, fiets ik met een voldaan gevoel weer naar huis. Het was gezellig om iedereen na twaalf jaar weer even te spreken en herinneringen met elkaar te delen.

Het is al laat en dus rustig op de weg. Toch loopt er her en der nog wat jong volk op straat. Het is lekker weer en mijn haar wappert in de wind. Wat is het toch fijn om ’s avonds even een stukje te fietsen. Op een gegeven moment kom ik in de buurt van een zéér knappe verschijning. Hij staat bij een lantaarnpaal, waardoor ik hem in het licht goed kan bekijken. Het valt me op dat hij mooie, lange haren heeft dat net als mijn haar wappert in de wind. Hij kijkt mij recht aan. Omdat ik hem niet de hele tijd wil aanstaren, kijk ik even opzij, maar hij blijft dezelfde blik in zijn ogen vast houden. Hij kijkt nog steeds als ik langsfiets. Zijn hoofd draait overduidelijk met mij mee en zijn ogen fonkelen in het straatlicht. Ik houd mezelf voor dat de ogen van mijn eigen man natuurlijk het allermooist zijn.

En jahoor, wanneer ik Darcy thuis in zijn lieve groengelige ogen kijk, stel ik hem gerust dat hij en James toch altijd de mooiste blikken van alle katten zullen hebben. Wappende haren niet, dat dan weer niet. Dat wint de starende lantaarnpaalkat van vanavond toch echt van ze.

Volg:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge