In de bus naar Frankrijk komt er een jongen voor me zitten en ik krijg meteen een beetje een naar gevoel bij deze jongeman. Ik weet niet wat het is, maar hij heeft een heel gek brilletje op en hij heeft een onvriendelijke houding. Bovendien is de ruimte in de bus van Londen naar Lille heel krap en nu klapt hij ook nog eens zijn stoel naar achteren. Met zijn drieën kijken we hem een beetje boos aan. I get it, het is laat in de avond, maar toch. Wat het allemaal nog leuker maakt, is dat de bus maar niet vertrekt. Op een gegeven moment komt de chauffeur naar boven om te controleren welke passagiers er nog ontbreken. Op het moment dat hij “Laura the Boor” roept, steek ik mijn hand op en kijk ik weer naar buiten. Na een minuut of drie hoor ik dat de chauffeur wat moeite heeft met de uitspraak van een naam. “Sorry folks, it’s impossible for me to pronounce this name. Abyche? Ahbijay?” Niemand reageert en na een “OK never mind” gaat de Brit weer verder met het lijstje.
Als hij uiteindelijk alle namen heeft doorgenomen vraagt hij wie er niet is opgenoemd. De jongen voor me draait zich om en zegt dat hij zijn naam niet heeft gehoord. “Allright mate, what’s your name? – Ahbishek Ajatashatru. Ah! Yeah, that’s the name I couldn’t pronounce!” De jongen kan er om lachen en mijn knieën en ik zijn weer wat minder boos op hem. Hij kan er ook allemaal niks aan doen. Na een kwartier zijn de ontbrekende passagiers ingestapt en rijden we richting Dover.
Na een tijdje zijn we de leuke winkelstraatjes uitgereden en ik begin me een beetje te vervelen. Door de beknellende houding kan ik niet zo goed slapen, dus ik ben zo blij als een kind als er op een gegeven moment een plastic flesje mijn kant op komt rollen. Ha! Een spelletje! Met mijn voet voel ik hoe groot het flesje is, filosofeer ik wat er voor vloeistof in zit en laat ik hem rondjes draaien. Ik bedenk van wie het flesje kan zijn en of diegene hem al zal missen. Op het moment dat de bus een beetje naar beneden rijdt, raak ik het avontuurlijke flesje weer kwijt. Het hoofd van Ahbishek duikt naar beneden en hij draait zich even later naar mij om. “Is this yours?” hij houdt een klein waterflesje (ha! goed gegokt!) omhoog en ik antwoord hem vriendelijk dat dit niet het geval is. Wat aardig van hem! En dat brilletje, ach.
Als we in Dover zijn aangekomen, verlaat ik de bus en ga ik even een frisse neus halen. Ondanks dat het donker is, zie ik in de verte toch de mooie krijtrotsen van Dover. Ik heb een beetje dorst, dus ik pak mijn tas om mijn flesje water te pakken. Op de plek waar mijn flesje zat, voel ik een leegte in mijn tas. Het mysterieuze flesje in de bus bleek uiteindelijk dus toch niet zo avontuurlijk te zijn.