Het is een uur of 20:00 en ik besluit om alvast de spaghettisaus voor morgen te maken. Gewoon, omdat ik tijd over heb en omdat de saus een paar uur moet pruttelen. Scheelt morgen weer!
Ik snijd de ui, de knoflook en de tomaten en gooi ze in de pan. Na een kwartiertje zitten alle ingrediënten in de pan en kan het pruttelen beginnen. Door die lekkere geur in de keuken krijg ik trek, dus ik besluit om nog een bakje kwark te maken. Tegenwoordig maak ik er een feestje van. Kwark, een flinke klodder aardbeienjam en een bastognekoekje (of twee). Zo lijkt het net monchoutaart, heerlijk!
Tevreden plof ik op de bank neer met mijn bakje kwark. Heb ik toch maar even goed gedaan! Ik neem een hap, slik hem door en trek een vies gezicht. Gatver. Het bastognekoekje dat ik met mijn vingers heb gebroken, smaakt naar knoflook. Uhl.
Hmm, dat was helaas toch iets minder een feestje om te eten! Brrr, knoflook in je kwark lijkt me ook niet per se heel lekker 😉
Knoflook. Wat is dat toch een OPDRINGERIG brutaal dominant goedje, jakkiebah, arme jij.