Ik heb altijd al moeite gehad met afscheid nemen van mijn persoonlijke spullen. Meubels, souvenirs, maar zeker ook kleding. Toch begin ik er steeds beter in te worden om dat laatste weg te doen. Het lukt me dan om mijn kleren realistisch te bekijken en te bedenken: hm ja, hier zit toch echt wel een gaatje in. Of: deze broek zit écht niet meer lekker. Weg ermee! En dan voelt het ook gewoon goed.
Toch lukt het me lang niet altijd. Vaak niet eigenlijk. Mijn gevoel wint het dan van mijn verstand en dan gooi ik het uitgelubberde shirt, de versleten broek of het verkleurde topje in de (inmiddels uitpuilende) onderste lade. De kluslade. “Kan altijd van pas komen” zeg ik dan, wanneer mijn vriend afkeurend naar de muffe stapel kijkt.
(…)
Vandaag hebben we impulsief besloten om de muren te sauzen. We reden naar de Praxis, kochten twee mooie kleuren en zijn direct aan de slag gegaan. Het resultaat is mooi en we zijn tevreden met de nieuwe uitstraling van onze woonkamer. Toch voelde ik me wel een beetje schuldig tegenover de klusshirtjes. Ik heb ze geen blik waardig gegund en dan scheep ik ze straks ook nog eens op met een nieuwe concurrent: een goedzittend hemdje dat ik per ongeluk heb besmeurd met verf.